Landgoed Planken Wambuis

Landgoed Planken Wambuis

 
Locatie:Ede

Periode: Middeleeuwen tot heden

Het landgoed ‘Planken Wambuis’ ligt grotendeels in de gemeente Ede (en een klein deel in Renkum). Het strekt zich, in een langgerekte vorm, uit tussen de dorpen Otterlo en Wolfheze. Het landgoed is circa 2284 hectare groot. Het is een afwisselend gebied met heide, stuifzand, grasland en bossen. Zevenhonderd hectare van het landgoed is rustgebied voor dieren.

In de Middeleeuwen beschouwde de Hertog van Gelre zich eigenaar van de bossen en heidevelden in zijn gebied, die niet in bezit was van een met name bekende eigenaar. Delen van deze tamelijk woeste gebieden werden door boeren bewerkt, die dan een tiend voor de gebruiksrechten moesten afdragen aan de hertog. Andere delen van deze gronden waren gereserveerd voor de hertog, onder andere voor de jacht en voor brandhout, en werden domeinbossen genoemd. Eén van deze domeinen lag tussen Arnhem en Wageningen en strekte zich naar het noorden uit, zodat ook het landgoed Planken Wambuis daaronder viel. Het landgoed stond toen bekend als ‘Reemsterveld’ en dat zou tot het einde van de 18e eeuw zo blijven.

Van Scherpenzeel
Hertog Karel van Gelre voegde het Reemsterveld bij het domein Rozendaal. In 1516 droeg hij deze domeinen, samen met het door brand aangetaste kasteel Rozendaal, over aan zijn onderdrost Gerrit van Scherpenzeel, genoemd Palick. Zijn zoon Willem van Scherpenzeel verwierf nog meer gronden op de Veluwe, waaronder jachtterreinen (z.g. conijnwaranden). Hierbij hoorden ook twee erven te Mossel en later ook de conijnwaranden van Delen en Ede. Op een kaart uit 1632 is het landgoed Planken Wambuis al vastgelegd met praktisch de thans nog bestaande grenzen. Het wordt dan ‘Het veld van Reems of Roosendaels’ genoemd. Op deze kaart zijn de hoeven Oud- en Nieuw Reemst en op Mossel al ingetekend. Het landgoed was dan al overgegaan in handen van het geslacht Van Dordt (1579-1632) en daarna aan het geslacht Van Arnhem (1632-1721)

Herberg en hoeve
Door vererving kwam het landgoed van 1721 tot 1824 in handen van het geslacht Torck. Aanvankelijk beheerd door Lubbert Adolf Torck, later door zijn neef Assueer Jan Torck. Assueer Tork was Heer van Rozendaal, burgemeester van Wageningen en ambtsjonker van Ede. Door deze Assueer Torck werd in 1782 een herberg en hoeve gebouwd aan de hoofdweg van Arnhem naar Ede. Als de hoeve in 1789 (weer) wordt verpacht, wordt het omschreven als: ‘Houten off Planken Wambais’. Hier verscheen de huidige naam dus voor het eerst. Later verdrong deze naam de oude naam, Reemsterveld, voor het hele landgoed. Een acte uit 1793 vermeldde reeds de verkoop van hout van ’t Planken Wambuis. De laatste vrouwelijke Torck trouwde met een baron van Pallandt, en zo kwam in 1824 het landgoed in handen van het geslacht Van Pallandt. Tot de dood van Frederik Jacob Willem van Pallandt (kamerheer van de Koningin en burgemeester van Rozendaal) in 1932, zou het in hun bezit blijven.

Natuurmonumenten
Door geldgebrek was Van Pallandt gedwongen zijn bezittingen te verkopen. In 1932 werden Rozendaal en Planken Wambuis gescheiden en kwam het landgoed in de publieke verkoop. Hierbij werd het landgoed Planken Wambuis in maar liefst 26 kavels verdeeld. Even was er sprake van Duitse belangstellenden, die er recreatiebedrijven wilden vestigen. Gelukkig werd het landgoed niet verkaveld, maar als geheel verkocht aan het administratiekantoor/beleggingsmaatschappij ‘Unitas’ N.V. in Utrecht. Op 16 oktober 1934 vond de verkoop plaats onder leiding van notaris Fischer in hotel ‘Welgelegen’ in Ede. In 1974 verkocht Unitas Planken Wambuis aan de staat en Natuurmonumenten, ieder voor de helft. Op 1 oktober 1980 verkreeg Natuurmonumenten ook de andere helft en werd daarmee eigenaresse van het gehele landgoed. Vanaf 1995 zijn de rond boerderij Mossel gelegen landbouwgronden weer aan de natuur teruggegeven, waarmee de natuurwaarden van het Planken Wambuis aanmerkelijk zijn verhoogd. Ook werden door Natuurmonumenten de omvangrijke landbouwenclaves Reijerscamp en Oud-Reemst aan het landgoed toegevoegd. De door het gebied lopende snelwegen (A12 en A50) zijn overbrugd door wildpassages.

Herberg
Zoals vermeld stamt de herberg Planken Wambuis uit 1782 en was ingericht als pleisterplaats aan de aloude Hessenweg vanuit Duitsland, via Arnhem, Ede en Amersfoort naar Amsterdam. Aan deze route lagen meerdere herbergen, zoals De Leren Doedel bij Arnhem, Zuid Ginkel en De Roskam in Ede en De Lindenboom bij Lunteren. Het huidige café-restaurant Planken Wambuis wat we nu kunnen vinden aan de Rijksweg (N224) is in 1926 gebouwd op de plaats van de oude herberg.

Naamgeving
De herkomst van de naam Planken Wambuis valt moeilijk te achterhalen. De meest gehoorde theorie is dat Planken Wambuis vertaald zou kunnen worden als doodskist. Bij de herberg stond een grote schuur die van boven breder en wijder was dan op de grond. Zo konden hoog beladen hessenwagens makkelijk naar binnen rijden (en deze aan de andere zijde weer verlaten). Het model van zo’n schuur komt wel overeen met een doodskist; ook van boven breder dan van onderen. In de volksmond werd een doodskist ook wel een planken jas genoemd. Een wambuis is een soort kiel, welke boeren vroeger droegen. Een wambuis van planken moet dus wel haast doodskist betekenen.

Getoonde foto
GA18136

 
Rubriek:Landbouw en visserij, natuurbeheer en milieu
Trefwoorden:Bossen, Herbergen, Landgoederen
 
Gebruikte bronnen
Ede op de Veluwe door R. Snijders https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25174001
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map [6.6].https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50494919
Documentatieverzameling G.J. Kesteloo, ca. 1970-1994https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50526166" />https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50526625 en https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50526166
Documentatieverzameling C. Hartgers: nr. 46https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482495
 
Gerelateerde verhalen
Boominscripties in het Planken Wambuis
Herberg De Lindeboom
Herberg Zuid-Ginkel
Herman Prangsma
Hessenwegen

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2009


Locatie op kaart