Stoomtram Ede-Wageningen

Stoomtram Ede-Wageningen

 
Locatie:Ede
Periode:1882-1968

Na enkele eerdere mislukte plannen, vroeg in 1878 een regionale commissie een concessie aan voor de aanleg van een tramlijn tussen Wageningen en Nijkerk; een verbinding tussen de Zuiderzee en de Rijn dus. 

Ook dit plan slaagde niet geheel, maar het deel tussen Ede en Wageningen werd in 1882 wel in gebruik genomen. Het deel Ede-Barneveld-Nijkerk werd pas in 1902/1903 geopend, maar een doorgaande verbinding kwam nooit tot stand. Passagiers moesten bij station Ede-SS overstappen en goederen werden verladen.

Tramlijn
Wageningen had al enkele eerdere pogingen gedaan om een railverbinding te krijgen, maar deze waren op niets uitgelopen. Totdat men in 1880 onderhandelingen begon met de Nederlandsche Rhijnspoorwegmaatschappij (NRS). De NRS, die ook de spoorlijn Amsterdam-Utrecht-Arnhem exploiteerde, deed een aanbod tot exploitatie van een stoomtram van Ede naar Wageningen. De lijn zou aansluiten op het station Ede van de NRS (Ede had al sinds 1845 een station) en eindigen bij een nieuw te bouwen station in Wageningen, waarbij de lijn door het centrum van Bennekom zou rijden. Als Wageningen de kosten van de aanleg en de gebouwen zou betalen, zou de NRS het rollend materieel leveren. Wageningen (en ook de gemeente Ede) ging akkoord en de NRS haalde stoomtrammaterieel van de lijn Den Haag-Scheveningen naar Ede. De wagons waren erg laag, de banken stonden in de lengte en in het midden zorgde een potkacheltje ‘s winters voor enige warmte. De tram kende vaste halteplaatsen, maar stopte soms ook wel op verzoek. In die tijd was het verschil tussen tram en trein niet zo groot. ‘Tram’ betekende doorgaans dat de bermen van bestaande wegen werden gevolgd, dat er onbeveiligde kruisingen waren en dat de maximum snelheid aanvankelijk vijftien kilometer per uur mocht bedragen (in het centrum van Bennekom slechts stapvoets!).

Tracé
Het tracé begon met een aftakking van de Rhijnspoorweg in Ede en volgde de Bennekomseweg en de Edeseweg naar het centrum van Bennekom. Vervolgens liep de lijn via de Bovenweg het dorp uit, achter de Oude Tol langs en verder via de Oude Bennekomseweg naar de huidige Wageningse Stadsbrink waar het station was. Wageningen was een van de weinige kopstations in Nederland. Het traject was 8262 meter lang. De lijn was enkelsporig en had de ‘normaal’ spoorbreedte. Er waren vijf wisselplaatsen waar tegenliggers elkaar konden kruisen. Deze waren bij Hoekelum (theekoepel), bij Vossenhol/Van Balverenweg, in de Dorpsstraat bij de Nederlands Hervormde Kerk en nog twee op Wagenings grondgebied. In de Dorpsstraat in Bennekom werd bij de kerk een wachthuisje (Abri) gemaakt. In Wageningen konden passagiers na 1885 overstappen op de tram richting Renkum-Oosterbeek en na 1887 richting Rhenen-Zeist, maar koppeling aan dat net (van de OSM) was niet mogelijk, omdat deze met smalspoor was uitgelegd.

Groei
Op 31 januari 1882 werd de lijn officieel in gebruik gesteld door rit met een feestelijk versierde tram met gemeentebestuurders en genodigden. Men ging van start met enkele goederentrams en acht personenritten per dag heen en weer, met op vrijdag een extra rit. De tram nam ook de post mee, waarop de postbestellingen in Bennekom werden afgesteld. In 1890 werd de NRS overgenomen door de Staats Spoorwegen, die tien jaar later ook het spoor van de gemeente overnam. Rond 1910 steeg het aantal dagelijkse ritten tot 25 à 30; de eerste arriveerde al om 6.15 uur in Bennekom en de laatste verliet rond middernacht het dorp. Ook het goederenvervoer zoals steenkool, kalk en andere grote vracht namen sterk toe. Om de Dorpsstraat te ontlasten van het verladen van deze goederen werd omstreeks 1916 een losplaats even buiten de kern van het dorp aangelegd. Vanaf de plaats waar nu de Vossenweg is, werd een aftakking van de lijn gemaakt.  Later, in 1920, vestigde zich daarbij ook de ‘Boerenbond’ en houtbedrijf ‘De Veluwezoom’, met  eigen laad- en losbalkons. 

Bello
De tramlijn Ede-Wageningen werd nooit geëlektrificeerd; men bleef tot na de Tweede Wereldoorlog  met stoomlocomotieven rijden. De locomotieven hadden voorop een bel, waarmee bij iedere kruising het verkeer gewaarschuwd moest worden. En zo is de naam ‘Bello’ ontstaan, een naam die in Bennekom nog altijd voortleeft. In 1931 kwam er in Bennekom een wachtruimte voor de stoomtram en verdween de abri uit het dorp. In deze (crisis)jaren werd het personenvervoer langzaam minder, mede door de komst van de ‘autobusdienst’ van J. Beekman in 1927. Deze verkocht zijn bedrijf, met drie busjes, twee jaar later aan Rijk van de Weerd. De busjes van Van de Weerd deden elf minuten over de afstand van Wageningen naar het station Ede-SS, terwijl de tram er vijfentwintig voor nodig had. Bovendien reed de bus door naar de markt in Ede. Zo verloor de tram veel passagiers.

Station Ede-Wageningen
Na jarenlang met verliezen te te hebben gewerkt, stopte de Staatsspoorwegen het personenvervoer in 1937. Rijk van de Weerd nam de concessie van de SS over en bracht deze onder bij zijn bedrijf WEBO n.v. (Wageningen-Ede-Bus-Onderneming). Op 13 maart 1939 reed de laatste reguliere personentram door Bennekom, met een grafkrans op de locomotief. Onder druk van het gemeentebestuur van Wageningen werd de benaming van het station Ede-SS gewijzigd in Ede-Wageningen, waardoor de naam Wageningen niet uit het spoorboekje verdween. Wachtende buspassagiers maakten in Ede gebruik van de restauratie van de ‘Kippenlijn’. De WEBO was geen lang leven beschoren: op last van de Duitse autoriteiten ging het in 1942 op in de NBM. 

Einde
Na de oorlog werd het station Wageningen opgeheven en werd elders een emplacement voor goederentransport gemaakt. De goederentreinen werden in de naoorlogse jaren door diesellocomotieven getrokken. In de jaren ’60 ontstonden vooral in Ede en Bennekom problemen door het steeds drukker wordende verkeer. Regelmatig belemmerden auto’s de doorgang van de trein. In 1968 werd, onder druk van de Edese gemeenteraad, besloten de tramlijn op te heffen en een jaar later begon men met het verwijderen van de rails en de nog resterende kleine emplacementen.

Sinds 22 oktober 1993 wacht er in het centrum van Bennekom toch weer iemand tot Bello komt voorrijden. Op initiatief van de Rotary Club Bennekom is er een fraai bronzen beeld geplaatst, gemaakt door Adri de Waard. Het stelt een Bennekoms boertje voor, die de naam Aart van Bennekom heeft gekregen. Hij kijkt geduldig van onder het haltebordje naar een paar meter rails onder zijn voeten.

Getoonde foto
GA19326

 
Rubriek:Verkeer en vervoer
 
Gebruikte bronnen
Heitink, Kees De tram rijd weer! Bennekomse tramgeschiedenis, 1882 - 1937 - 1968 - 2008https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25187825
Langs oude en nieuwe wegen : de ontwikkeling van verkeer en vervoer op de westelijke Veluwerandhttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25172396
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 15.2https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
1002 Documentatieverzameling G.J. Kesteloo, ca. 1970-1994, nr. 190https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31483414
1003 Documentatieverzameling C. Hartgers, (1944) 1957-1989, nr. 6https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482495
De Zandloper : kwartaalblad van de Vereniging Oud Ede, 1997/2https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25154038
De Kostersteen 1982/10https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25154094
De Kostersteen, 1993/8https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25154126
 
Gerelateerde verhalen
Bennekom, een historische schets
Villa Klein Vossenhol
Kippenlijn
Paardentram
Rhijnspoorweg
Station Ede - Wageningen
Hotel Welgelegen / De Witte Hinde

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2010


Locatie op kaart