Stationsweg Ede

Stationsweg Ede

 
Locatie:Ede, Van dorp Ede naar Station Ede-Wageningen, Stationsweg
Periode:1845-2012

Het begin
In 1845 kwam de spoorlijn Utrecht-Arnhem gereed. Ede kreeg een halte op de heide bij de kruising met de weg naar Bennekom. Van een station was geen sprake want er stond niet meer dan een houten keet en de halte werd dan ook "de Keet" genoemd. De daar vlakbij in 1865 herbouwde molen kreeg van de Edenaren automatisch de naam "Keetmolen".

Dankzij spoor en halte was Ede voor de buitenwereld bereikbaar geworden; de eerste stap in de ontwikkeling van het dorp, dat toen minder dan 1000 inwoners telde. De zandweg naar het dorp moest natuurlijk wel worden verbeterd want hij liep door de uitlopers van de Ginkelse Hei en de zandverstuiving Maanderzand. Deze verbetering gebeurde al in 1847 door het rechttrekken van de weg en het aanbrengen van een grindlaag. Voor bestrijding van deze kosten werd tot 1918 tol geheven op de plek waar nu de Tolhuislaan begint. Pas in 1896 werd de weg met straatstenen verhard.

Bedrijvigheid
Er bestond al vroeg bedrijvigheid aan de Stationsweg. Vlakbij het dorp kocht houthandelaar Tulp in 1856 veel grond waarop hij eerst zijn bedrijf en later ook villa’s stichtte. Aan de andere kant van de Stationsweg kwam in die tijd huis Erica met de kostschool van Hartelust. Het vijf hectare grote terrein werd omsloten door Stationsweg, Beukenlaan en Maanderweg. 
Tussen de huidige Ericalaan en de Eikenlaan stond rond 1870 het eerste slachthuis van Nathan Levie, dat hij vanaf 1881 voortzette bij het station. De groei van Ede nam sterk toe na het gereedkomen van de kazernes in 1906 nabij het station en van de kunstzijdefabriek van de ENKA in 1922. Beiden hebben inmiddels hun activiteiten beëindigd. 
Veel plekken waar in het verleden deze en andere activiteiten plaatsvonden zijn thans nog aanwijsbaar door bepaalde details.

Het aanzien van de weg
Om de weg wat meer aanzien te geven werden aan weerszijden bomen geplant, maar het belangrijkste besluit tot verbetering stamt uit 1874. Op voorstel van een aantal geërfden van de Buurt Ede-Veldhuizen werd voorbij de Beukenlaan, aan beide zijden van de Stationsweg, de mogelijkheid gegeven grond beschikbaar te stellen voor de bouw van grote woonhuizen. De percelen werden 70 meter diep. Arbeiderswoningen en fabrieken werden niet toegestaan. De Buurt bepaalde ook dat de schaapsdriften vrij van bebouwing moesten blijven zodat deze nu nog herkenbaar zijn in het stratenplan. De buurt Maanen, waarin het zuidelijk deel van de Stationsweg ligt, heeft een soortgelijk besluit genomen.
Op grond van deze besluiten zijn vanaf plm. 1880 relatief grote woningen gebouwd op ruime percelen waardoor de Stationsweg de bedoelde voorname en ruime uitstraling heeft gekregen.

De buurtmeester van Maanen, Hendrik Mulder, was een veelzijdig man die zowel koopman, timmerman als kastelein-logementhouder was. Ook op andere gebieden komen wij zijn naam tegen. In feite was hij ook architect want 13 villa's aan de Stationsweg alsmede een villa in het dorp, zijn door hem ontworpen. Een gunstige omstandigheid voor het kopen van grond langs de Stationsweg was, dat men in die tijd voor de ontginning van woeste gronden 20 jaar lang vrijstelling van grondbelasting kon krijgen. Als gevolg daarvan werd slechts de grond waar het huis op stond belast. De rest, wat tuin zou worden, gold als te ontginnen grond en werd geregistreerd als “terrein van vermaak”. Enkele villa’s hadden ook nog een tuin aan de overkant van de weg, een zogenaamde “overtuin”.
Destijds bestond geen duidelijk adressenbestand, zodat bijna alle huizen werden herkend aan hun naam. De naam verwees vaak naar de aanwezigheid van bos of hei, naar geliefden of vakantieherinneringen. Helaas hebben nu nog maar enkele woningen een naam. 

Bestemmingsplannen
In de bestemmingsplannen van 1924 en 1935 is de “open-bebouwing” vastgelegd aan weerszijden van de weg vanaf Beukenlaan richting station. Tussen Ericalaan en Eikenlaan, alsmede tussen Telefoonweg en Beukenlaan, werd de bestemming “half-open bebouwing”. Dit maakte de bouw mogelijk van kleine villa’s op korte afstand van elkaar. Slechts vanaf het Maandereind tot de Telefoonweg werd de bestemming “gesloten bebouwing”. Aan de andere zijde van de weg werden de bestaande bestemmingen voor villa’s en houthandel Tulp, gehandhaafd. 
Ondanks de deels nieuwe bebouwing zijn genoemde bestemmingsplannen ook thans nog herkenbaar.

De huidige Stationsweg
Er hebben natuurlijk steeds  verbouwings- en nieuwbouwactiviteiten plaatsgevonden. Na de Tweede Wereldoorlog gebeurde dat meer ingrijpend, maar desondanks is het karakter van de weg behouden. 
In de jaren vijftig is de katholieke kerk met bijgebouwen gereedgekomen nadat het complex door het bombardement van 1944 was vernield. In de jaren daarna is een aantal villa’s gesloopt en door moderne vervangen. Het Julianaziekenhuis, in 1932 gestart in de vroegere villa Heide Oord, groeide na de oorlog uit tot een middelgroot ziekenhuis. Een fusie in 1987 resulteerde in het opgaan in het regionale ziekenhuis Gelderse Vallei en het sluiten van het complex in 2000. Er verrezen daarna op die plek drie appartementencomplexen onder de naam Julianapark. Ook elders langs de weg zijn dergelijke complexen gebouwd met namen die herinneren aan vroegere villa's zoals: Witte Hinde, Rozenburg en Dennenheuvel.
Houthandel Tulp is verdwenen waardoor ook daar ingrijpende veranderingen hebben plaatsgevonden. Anderzijds zijn de gebieden met halfopen bebouwing praktisch ongewijzigd gebleven.

Het verkeer
Anderhalve eeuw geleden konden we nauwelijks spreken over verkeer. Reeds ruim voor de laatste oorlog werd het verkeer op de Stationsweg echter als zeer druk ervaren. De spoorwegovergang bij het station werd extra hinderlijk door het toegenomen treinverkeer. Pas in 1981 werd de Klinkenbergerweg verlengd en doorgetrokken met een tunnel onder het spoor. Vanaf dat moment werd de Stationsweg weer een rustige weg. 
Ook het station en het Stationsplein zijn enkele keren aangepast aan de eisen van de tijd. Nu doet slechts de naam van het huidige appartementencomplex "Witte Hinde” de herinnering herleven aan het hotel dat in 1975 werd gesloopt. Het hotel dat was voortgekomen uit het Koffiehuis van Hendrik Mulder, dat ooit temidden van de woeste gronden stond.

Getoonde foto
GA10190

 
Rubriek:Verkeer en vervoer
Trefwoorden:Straten
 
Gebruikte bronnen
Lohuizen, Kees van De Stationsweg in Ede : de geschiedenis van een laan met allurehttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB41565620
 
Gerelateerde verhalen
Station Ede - Wageningen
Slachterij Levie
ENKA fabrieksgebouwen
Buurt Maanen
Houthandel J. Tulp en Zonen

Geschreven door Kees van Lohuizen op 2014
Gewijzigd op 2023


Locatie op kaart