Rioolwaterzuivering

Rioolwaterzuivering

 
Periode:1906-2010

De riolering verzamelt het rioolwater en voert het af naar een punt buiten de bebouwing. Vroeger werd het meestal ongezuiverd op een watergang geloosd. Was het snel stromend water dan ging de vervuiling naar de buurman verderop; in andere gevallen was er overlast op het lozingspunt. Op hoger gelegen gebieden waar geen stromend water was, zoals de Veluwe, gaven lozingen ernstige vervuiling voor de lozer. 

We zien dan ook dat de eerste maatregelen voor zuivering van afvalwater genomen zijn op de hoge gronden in het Gooi (Hilversum 1901), Brabant (Tilburg 1901) en de Veluwe (Ede kazernes 1906 en 1908). Terwijl Wageningen tot 1977 ongezuiverd loost op de Rijn heeft Ede op dit gebied voor Nederland een opmerkelijke en kenmerkende historie want daar gold: “Rioleren, dan ook zuiveren”. Zuiveren betekent het afvalwater zover reinigen dat de lozing niet nadelig is voor het natuurlijk leven in de watergang. Enkele instellingen of bedrijven hebben zelf zuiveringsmaatregelen genomen toen er nog geen riolering was of, later, om de kosten voor de heffingen te beperken.

Het zuiveringsproces
De zuivering van afvalwater geschiedt grotendeels volgens de processen zoals die in de natuurlijke wateren plaatsvinden. Op de bodem van een meer vindt vergisting van bezonken materiaal plaats in een zuurstofloos milieu. In het bovenstaande “gezonde” water is, dankzij de opgeloste zuurstof, leven mogelijk van allerlei organismen. Ook van bacteriën die de natuurlijke afvalstoffen afbreken met behulp van de in het water opgeloste zuurstof. Komt er echter teveel vervuiling (onnatuurlijke lozing van rioolwater) dan is de hoeveelheid zuurstof snel verbruikt, wordt het water zuurstofloos en sterven de voor gezond water kenmerkende organismen af.
Het principe van het zuiveren van rioolwater is op bovenstaand principe gebaseerd waarbij kunstmatig voldoende zuurstof in het water wordt gebracht opdat de bacteriën hun werk kunnen doen. Bezonken materiaal wordt in gistingstanks in een zuurstofloze omgeving afgebroken zoals het bezinksel in een meer.

Kazernes 1906 en 1908
Bij de bouw van de kazernes voor de infanterie zijn in 1906 vloeivelden aangelegd aan de Stationsweg direct tegenover de Keetmolen. Het afvalwater moet infiltreren in de bodem waar bacteriën voor het zuiveringsproces zorg dragen. De aanleg, destijds nog met ruggen als bij aspergevelden, is niet goed en leidt tot verstopping en stankklachten. Pas in 1937 kan het afvalwater van deze kazernes worden aangesloten op de riolering van Ede. 
Voor de kazernes van de bereden wapens zouden in 1908 ook vloeivelden worden aangelegd en wel direct achter de tuinen van de villa’s aan de Stationsweg. Op grond van de eerder genoemde klachten heeft de Minister van Oorlog opdracht gegeven een, voor die tijd, moderne installatie te bouwen. Na zuivering werd het water in de bodem geïnfiltreerd. Die installatie heeft gewerkt tot 1978, het jaar dat zij moest wijken voor het doortrekken van de Klinkenbergerweg. 

ENKA 1928 
In een uitspraak van de Raad van State van 1928 is gedetailleerd vastgelegd hoe de zuiveringsinstallatie het huishoudelijk afvalwater van de 5000 werknemers moet verwerken. Het is een voor die tijd moderne installatie van het type Hayworth, de enige op het vaste land van Europa. 
In die uitspraak zijn ook bepalingen opgenomen voor behandeling van het afvalwater van het bedrijf, maar die zijn, zeker naar de huidige maatstaven, in alle opzichten ontoereikend. De stank van de ENKA-sloot is in Ede dan ook jarenlang een “begrip” geweest. Ook de bodemverontreiniging is aanzienlijk omdat veel van de verwerking op eigen terrein moet geschieden.
In 1973 is een geheel nieuwe installatie voor al het afvalwater in gebruikgenomen die vrij goed heeft voldaan aan de gestelde eisen in de afgegeven vergunning. Voldoen aan de steeds strengere eisen daarna, lukt echter niet. De fabriek is in 2002 gesloten.

Ede 1933, 1953, 1972 
Eind 1931 besluit de raad tot aanleg van riolering en, voor de zuivering van het rioolwater, van vloeivelden aan de Peppelensteeg. Die vloeivelden zijn aangelegd als licht hellende vlakke stukken grasland op zandbodem. Door de velden te scheiden met lage dijkjes kon dagelijks een ander veld worden bevloeid. Per week krijgt elk veld ongeveer een laag van 5 cm afvalwater te verwerken. Het natuurlijk zuiveringsproces door het bodemleven geeft prima resultaten en geen (nauwelijks) stankproblemen. Na de oorlog is uitbreiding noodzakelijk, maar het Rijk geeft daarvoor geen toestemming.
In 1953 komt de in fases gebouwde installatie aan de Peppelensteeg gereed. Hij is gebaseerd op het rioleringsplan 1948. Op die plek lag eerder het bufferbassin, dat na 1949 niet meer nodig was, en waar nu het Pallas Athene College staat. 
Alleen het bezinksel wordt uit het water verwijderd (plm. 30% van de vervuiling) dat vervolgens wordt uitgegist en als meststof wordt afgezet. De vloeivelden blijven voor een deel van het aangevoerde rioolwater in bedrijf.
In 1972 komt aan de Dwarsweg een installatie gereed die past in het rioleringsplan 1970. Het is een biologische installatie (oxidatiebedden) die niet voldoet aan de zuiveringswensen van de gemeente. Hij is toch gebouwd omdat alleen voor dat ontwerp 50% subsidie van het Rijk kan worden verkregen. De capaciteit is gebaseerd op 100.000 inwoners (of een gelijkwaardige vervuiling) met mogelijkheid tot uitbreiding in twee stappen tot 200.000.

Regionale installatie 1995 van het zuiveringsschap en thans van het waterschap
Op grond van de Wet Oppervlaktewateren (1971) is het Zuiveringsschap Veluwe (juridisch een waterschap) opgericht, dat de zorg krijgt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater op de gehele Veluwe. De gemeente Ede heeft, net als andere gemeenten, het beheer van haar zuiveringsinstallaties op 1 januari 1973 moeten overdragen aan dit schap. De gemeente verzorgt daarna nog slechts de riolering tot aan de rand van de bebouwing. Zuivering daar of verpompen naar een verderop gelegen zuiveringsinstallatie is aan het schap. 
In 1995 heeft het zuiveringsschap aan de Dwarsweg in Ede een regionale zuiveringsinstallatie in gebruik genomen voor de woonkernen Ede, Ederveen, Harskamp, Otterlo, Wekerom, Lunteren, Barneveld, Voorthuizen en inmiddels ook Kootwijkerbroek en Stroe. Negen verouderde installaties zijn buiten bedrijf gesteld. De installatie voldoet aan de strengere eisen van dat moment voor verwijdering van stikstof en fosfaat. Inmiddels is de hydraulische capaciteit met 20% vergroot, de besturing gemoderniseerd en wordt binnenkort het gezuiverde water nog door zandfilters gevoerd om het verder te “polijsten” waarmee technieken uit de drinkwaterbereiding worden binnengehaald.
In 1997 is het zuiveringsschap Veluwe opgeheven en zijn de taken in de Gelderse Vallei overgenomen door het waterschap Vallei en Eem.

Overzicht in bedrijfstelling installaties buitendorpen
Het voert te ver om in dit artikel de verschillende typen van installaties en de motivatie voor hun keuze destijds, nader te beschrijven en te motiveren. Voor kleine installaties was de oxidatiesloot een veel toegepast systeem.
Jaar Plaats type zuivering tot
1939 Bennekom, vloeivelden 1971
1959 Harskamp, oxidatiebedden, slibgistingstank en slibdroogbedden 1995
1962 Ederveen oxidatiesloot, slibvangput, natte afvoer slib 1978
1967 Lunteren oxidatiebedden, slibgistingstank en slibdroogbedden 1995
1967 Otterlo oxidatiesloot, slibvangput, natte afvoer slib 1995
1969 Wekerom oxidatiesloot, slibvangput, natte afvoer slib 1995
1971 Bennekom oxidatiesloot, slibleiding naar riool van Ede. heden

Kalvergierbewerkingsinstallatie
In 1991 is aan de Kade door de Stichting Mestverwerking een (zuiverings)installatie gebouwd voor de verwerking van 500 mkalvergier per dag (180.000 m3/j). De vervuiling is dermate groot en geconcentreerd, dat directe lozing op het rioleringssysteem niet is toegestaan. Na deze voorzuivering wordt het verwerkt in de regionale installatie aan de Dwarsweg.

Zuiveringsinstallatie Friesland Food
In 2000 is aan de Frankeneng bij de frisdrankenfabriek, nu Friesland Food, een industriële zuiveringsinstallatie gebouwd; in feite een gistingsproces. Op deze wijze wordt het gemakkelijk te zuiveren suikerhoudende water grotendeels gezuiverd waardoor de aan het waterschap te betalen heffingen drastisch worden beperkt.

Getoonde foto
GA11887

 
Rubriek:Infrastructuur en woningbouw
Trefwoorden:Rolering
 
Gebruikte bronnen
Lohuizen, Kees van: “Afvalwater, Riolering, zuivering en afwatering van het dorp Ede in de 20e eeuw”https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25172340
Lohuizen, Kees van: “Zandloper”, 2011-1https://hdl.handle.net/21.12142/GEB703469641
Collectie waterzuivering en riolering C.J. van Lohuizen, no. 1015https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31484698
 
Gerelateerde verhalen
Riolering ontbreekt nog
Riolering wordt aangelegd

Geschreven door Kees van Lohuizen op 2011


Locatie op kaart