Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek N.I.Z.O.

Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek N.I.Z.O.

 
Locatie:Ede, Kernhemseweg 2

Periode: 1948 tot heden

N.I.Z.O. staat voor Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek. Het instituut wordt, met rijkssteun, in 1948 opgericht in Hoorn door een tweehonderd kleine zuivelcoöperaties. Sinds 1955 is het gevestigd in Ede op het oude landgoed Kernhem, langs de N224. 

De geschiedenis van het methodisch zuivelonderzoek in ons land begint als in 1889 in Hoorn (NH) het Rijkslandbouwproefstation wordt opgericht. Na enige uitbreidingen in 1922 beschikt het proefstation over een bacteriologische, scheikundige en fysiologische afdeling, een proefboerderij en een boterfabriekje. Al snel ontstaat de wens naar een beter geoutilleerde ruimte, maar de crisisjaren en de bezetting beletten lange tijd de totstandkoming van een nationaal centrum voor zuivelonderzoek. De stichting van het NIZO vindt plaats in november 1948, waarbij de exploitatie volledig in handen van de zuivelindustrie wordt gelegd.

Zoektocht
Het NIZO splitst zich af van het Rijkslandbouwproefstation, maar blijft nog wel enige jaren in Hoorn. Men zoekt ondertussen naar een geschikte vestigingsplaats in het centrum van het land. In eerste instantie wordt getracht de zuivelfabriek ‘Concordia’ in Wageningen over te nemen. De nabijheid van de Landbouwhogeschool is daarbij een belangrijke factor. Door verschillende oorzaken ketst deze overname af. Vervolgens wordt contact gezocht met de coöperatieve zuivelfabriek ‘De Hoop’ in Bennekom. In juli 1943 wijzen de leden van de coöperatie een overname af. Eind 1950 wordt opnieuw met ‘Bennekom’ onderhandeld, maar opnieuw wijst de ledenvergadering met grote meerderheid een overeenkomst af. In 1951 wordt een contract gesloten voor de jaarlijkse levering van drie miljoen kilo melk aan de proeffabriek. Tevens wordt nu Ede als vestigingsplaats van het nieuwe instituut gekozen. Vlak naast de fabriek van ‘Concordia-Ede’ kan nog datzelfde jaar een geschikt bouwterrein worden aangekocht van Graaf Bentinck, eigenaar van het landgoed ‘Kernhem’.

Nieuwbouw
De bouw van het instituut kan nu eindelijk met kracht ter hand worden genomen. Aan de Stationsweg 99 in Ede wordt een villa tijdelijk ingericht voor enkele laboratoria en administratieve afdelingen. De villa krijgt al snel de bijnaam ‘Villa Science Fiction’. In augustus 1952 wordt aan de Kernhemseweg begonnen met de bouw van het laboratorium en ongeveer een jaar later met het werk aan de proeffabriek. Het opvallende gebouw, goed zichtbaar vanaf de N224, is een ontwerp van architectenbureau Hamerpagt BNA uit Arnhem. In mei 1955 kan met de melkverwerking worden begonnen, waarmee het instituut geheel voltooid is. De officiële opening wordt op 2 juni 1955 verricht door de minister van Landbouw en Visserij, ir. S.L. Mansholt. Als eerste voorzitter van de Raad van Bestuur wordt dr.ir. P.N. Boekel benoemd; vanaf de oprichting fungeert prof. dr. J.W. Pette als hoofddirecteur. In 1969 wordt de proeffabriek gemoderniseerd en in 1973 wordt het instituut uitgebreid met een nieuw laboratorium en een hal voor (grotere) technologische en werktuigkundige experimenten. Op 7 september 1988 stelt Koningin Beatrix de nieuwe biotechnologiehal in gebruik. Deze hal is vooral bestemd voor de productie van zuurselconcentraten.De koningin proefde tijdens de rondleiding een stukje van de nieuwste kaassoort: de ‘Proosdij-kaas’. In april 1999 wordt de markante schoorsteen van de proeffabriek gesloopt; de bijna vijftig meter hoge pijp is overbodig geworden.

Ontwikkeling
In de beginjaren wordt vooral de kwaliteit van zuivelproducten bewaakt, worden betere analysemethoden ontwikkeld en normen gesteld. Daarnaast worden nieuwe werkwijzen ontwikkeld, b.v. voor het boterproces en het kaasvormingsproces. Bovendien worden nieuwe producten ontwikkeld; vooral kaassoorten. De bekendste producten zijn wel de ‘Kernhem-kaas’ en de ‘Maasdammer-kaas’, die een behoorlijk commercieel succes worden en daarom in licentie worden vervaardigd door twee kaasfabrieken, omdat een onderzoeksinstituut natuurlijk niet als productiebedrijf kan fungeren. Eind jaren ‘80 verbreedt het NIZO haar werkterrein tot onderzoek naar voedingsmiddelen en ingrediënten in het algemeen. Daarbij komt dat talloze zuivelcoöperaties fuseren en er voor het bedrijf slechts enkele klanten over blijven. De naam wordt gewijzigd in ‘NIZO food research’ en men krijgt opdrachten van andere voedingsmiddelenindustrieën, onder andere voor onderzoek naar vriesconcentreer-installaties, waarmee producten als vruchtensappen kunnen worden ingedikt. Men blijft zich uiteraard ook voor de zuivelindustrie inzetten. Zo weet men door genetische manipulatie van melkzuurbacteriën het productieproces van stremsel voor de kaasbereiding te vereenvoudigen. 

Onafhankelijk
Sinds 2003 is NIZO food research een volledig onafhankelijk instituut (een BV) dat niet alleen (op vertrouwelijke basis) onderzoek doet voor de internationale voedsel-, dranken- en ingrediëntenindustrie, maar ook voor de internationale zuivelmarkt. De organisatie houdt zich bezig met: smaak, textuur, fabricageprocessen, gezondheid en voedselveiligheid. Het productenpakket waaraan NIZO food research (mede)ontwikkelt loopt van soep tot bier tot sauzen tot (uiteraard) kaas. NIZO food research is inmiddels uitgegroeid tot een wereldwijd opererende met vestigingen in de UK, Frankrijk, de USA, Japan en Thailand. Een belangrijk aspect van het werk van de NIZO als wetenschappelijk instituut is het ter kennis brengen van resultaten van onderzoeken en proeven. Men doet dit door het uitgeven van leesbare rapporten en verslagen. Daarnaast publiceert men maandelijkse mededelingen in de vakpers. De grote bibliotheek van het instituut staat open voor elke geinteresseerde.

NIZO food research past perfect in het ‘Food Valley’ concept, waarmee zowel Ede als Wageningen zich graag profileren. 

Het gemeentearchief van Ede beschikt helaas over weinig archiefmateriaal over het NIZO. Het Gelders Archief in Arnhem bezit circa dertig meter NIZO-archief (zoekwoord : zuivel).

Getoonde foto
GA34137

 
Rubriek:Economisch leven
Trefwoorden:Fabrieken, Zuivelfabrieken
 
Gebruikte bronnen
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 11.5https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
1002 Documentatieverzameling G.J. Kesteloo, ca. 1970-1994, nr. 8881https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31483414
1003 Documentatieverzameling C. Hartgers, (1944) 1957-1989, nr. 74https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482495
Hoepen, L. van Vijfentwintig jaar wetenschap in de zuivelbereidinghttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25182137
Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek, 1964https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25182404
Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek, 1974https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25182420
 
Gerelateerde verhalen
Melkfabriek De Hoop
Zuivelfabriek Concordia
Landgoed Kernhem

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2011


Locatie op kaart