Johannes van der Poel, predikant

Johannes van der Poel, predikant

 
Locatie:Ede
Periode:1909-1981

In een serie biografieën van predikanten van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland verscheen in 1999 een deel over ds. Joh. van der Poel onder de titel Het wonderlijkste wonder. Deze titel is een citaat uit een levensbeschrijving van ds. Van der Poel zelf en slaat niet op hemzelf maar op de genade van God. 

Maar ook het leven van de markante Van der Poel roept reacties van verwondering of bewondering op. Van 1955 tot zijn dood in 1981 was Joh. van der Poel predikant in Ede, waar hij vereenzelvigd werd met zijn kerk aan de Schaapsweg, die in Ede toen (en soms nog) de ‘Poelekerk’ genoemd werd.

Afkomst
Johannes van der Poel wordt op 26 april 1909 als vijfde kind geboren in het arbeidersgezin van Pieter van der Poel, een gezin dat uiteindelijk twaalf kinderen zal tellen. Moeder Johanna Saartje de Wit wordt door ds. Van der Poel omschreven als een vrouw met “Godskennis, zelfkennis, Christuskennis, Vaderkennis en kennis van de verzegeling van de Heilige Geest”. De kleine Johannes –meestal als Hannes aangesproken- wordt gedoopt in de Hervormde Kerk van zijn geboorteplaats Hendrik Ido Ambacht, maar in 1915 sluit het gezin zich aan bij de Gereformeerde Gemeente in Ridderkerk. 

De jeugdjaren van Hannes worden gekenmerkt door gedrag dat hem de titel “zotte jongeling” oplevert, tot groot verdriet van zijn moeder. Hannes heeft zelfs met de gedachte gespeeld clown in een circus te worden, onbestaanbaar binnen de kring waar hij opgroeit. Een ernstige ziekte van zijn moeder in 1927 brengt hem tot inkeer en veel gebed (“ik bad meer met de pet op dan met de pet af”) brengt hem tot het inzicht dat hij dominee wil worden. In 1931, het jaar waarin hij ook trouwt, legt hij belijdenis af van zijn geloof en bij begrafenissen en in gezelschappen begint hij een “stichtelijk woord” te spreken, terwijl hij als arbeider een karig inkomen voor zijn groeiend gezin verwerft. 

Oefenaar en predikant
Als in 1932 in Hendrik Ido Ambacht een Gereformeerde Gemeente ontstaat wordt Van der Poel hier voorlezer. In 1937 zijn zijn persoonlijke omstandigheden van dien aard dat hij toegelaten wil worden tot de Theologische school in Rotterdam om hier opgeleid te worden tot predikant. Waarschijnlijk omdat hij al her en der in diensten zowel binnen als buiten het kerkverband voorgaat, wordt dit geweigerd. Het gevolg is ook dat hij als lid van de Gereformeerde Gemeente geschrapt wordt.

Als ‘vrije’ oefenaar blijft hij voorgaan en begin 1938 wordt hij als ‘lerend ouderling’ beroepen in de Vrije Gemeente van Giessendam. Een jaar later sluit hij zich met deze gemeente aan bij het kerkverband van de Oud-Gereformeerde Gemeenten. Hoewel hij geen enkele opleiding genoten heeft, krijgt hij als “man met bijzondere gaven” toestemming om overal binnen dit kerkverband voor te gaan. Op 29 maart 1939 wordt hij vervolgens in Giessendam bevestigd als predikant.

Hoewel ds. Van der Poel de ‘tale Kanaäns’ ruimhartig gebruikte, sprak hij ook de taal van het gewone volk, hetgeen hem geliefd maakte in de kringen waar hij verkeerde. Deze kringen overdekten het hele land, aangezien het kerkverband van de Oud-Gereformeerde Gemeenten slechts enkele predikanten telt. Ds. Van der Poel trekt dus het hele land door (hij is onder andere adviserend predikant van Barneveld, Doetinchem, Den Helder, Enkhuizen en Overberg), maar keert steeds weer terug op de basis in Giessendam. Hier maakt hij de oorlog mee en tijdens de hongerwinter van 1944 maakte hij vele reizen om voedsel te vergaren. In Tilburg wist hij eens de hand te leggen op twintig ton tarwe en tien ton gerst, hetgeen per schip naar Giessendam werd gebracht, waardoor termen als ‘graanschipper’ en ‘wonderbaarlijke spijziging’ werden gebruikt.

Binnen het kerkverband van de Oud-Gereformeerde Gemeenten was in de na-oorlogse jaren veel onrust, maar Van der Poel weet de groepen bijeen te houden en te krijgen. Landelijk speelt hij een steeds gezaghebbender rol, hetgeen ook de Gereformeerde Gemeenten er toe brengt de breuk van 1937 te willen helen en hem verzoekt terug te keren. Hoewel Van der Poel Oud-Gereformeerd blijft, laat hij zich niet door kerkmuren afschrikken en spreekt overal waar hij gevraagd wordt. “Gods kerk in het algemeen was hem dierbaarder dan zijn eigen gemeenten”

Predikant in Ede
Van de vele beroepen die ds. Joh. van der Poel krijgt (Kampen, Enkhuizen, Sint-Philipsland, Ederveen), neemt hij in 1955 dat naar Ede aan: “Ik heb geen beroep aangenomen naar ‘de hof van Eden’, maar naar Ede met een kerkhof. Naar Ede, waar ook niets zijn dan gevallen mensen.” 

De Oud Gereformeerde Gemeente in Ede ontstaat in 1948, nadat eind dertiger jaren een groep gemeenteleden onder leiding van Jan Boon zich niet langer thuisvoelt in de Nederlands Hervomde Kerk. De gemeente gaat van start met 51 leden en de eerste ambtsdragers worden door ds. Joh. van der Poel uit Giessendam bevestigd. Na enkele jaren bijeenkomsten en kerkdiensten belegd te hebben in een zaal aan de Waterloweg en in het voormalig ‘Ons Huis’ aan de Telefoonweg, wordt in 1950 grond gekocht aan de Schaapsweg waar de eerste versie van de huidige kerk gebouwd wordt. Deze kerk wordt op 9 januari 1951 in gebruik genomen met een dienst waarin opnieuw ds. Van der Poel voorgaat. Elke maand kwam Van der Poel een keer in Ede preken waarna in 1955 een beroep volgt. Dominee Van der Poel neemt dit beroep aan en vervolgens wordt er naast de kerk een huis gekocht dat voortaan als pastorie dienst doet. Een jaar na de komst van Van der Poel is de gemeente zodanig gegroeid dat de kerk moet worden uitgebreid. In 1964 vindt opnieuw een uitbreiding van het kerkgebouw plaats, evenals in 1970, 1982 en 2008. 
In de 26 jaar dat ds. Joh. van der Poel aan Ede verbonden is geweest, heeft hij zich niet tot Ede beperkt. Vanwege de predikantschaarste in de Oud Gereformeerde Gemeenten is hij vele avonden op pad om elders in het land kerkdiensten te leiden. In 1977 – bij zijn veertigjarig predikantsjubileum – krijgt hij van de kerkelijke gemeente een auto als geschenk: als zijn krachten minder worden, laat hij zich hierin meestal rijden. Gedurende de Edese jaren is het met de gezondheid van Van der Poel slecht gesteld: meerdere malen ligt hij ernstig ziek in het ziekenhuis (“voorts deelt de dominee nog mede, dat hij aanstaande vrijdag naar het ziekenhuis gaat en hoopt dat degenen hem willen gedenken die kermen geleerd hebben”) en vele operaties ondergaat hij. 
Op landelijk gebied is dominee Van der Poel een invloedrijk figuur. Bij het oplossen van problemen en bij nieuw te stichten gemeenten is hij vrijwel altijd betrokken.
Bij de totstandkoming van de Edese Stadhouder Willem-III school heeft ds. Van der Poel eveneens een belangrijke rol gespeeld, reden waarom hij op 24 juni 1970 de eerste steen voor dit schoolgebouw legt.

Huwelijk en gezin
Op 19 december 1931 trouwt Johannes van der Poel met de Christelijk Gereformeerde Aaltje van Bree uit Westmaas, waarna zij in Zwijndrecht gaan wonen. Armoede kenmerkt deze periode waarin Van der Poel als boerenknecht en arbeider op de betonfabriek nauwelijks genoeg verdient om zijn gezin te onderhouden. In juni 1936 overlijdt moeder Aaltje aan een hersentumor en blijft Hannes met drie kinderen achter. Ruim een jaar later trouwt hij met Jacomijntje de Jong, uit welk huwelijk nog een dochter geboren wordt. Het gezin vestigt zich in IJsselmonde. Doordat Jacomijntje niet onbemiddeld is, worden de materiële omstandigheden voor het gezin Van der Poel aanzienlijk beter. Niet alleen op materieel gebied is zijn tweede vrouw van grote betekenis, in haar vond Johannes van der Poel “iemand met wie hij zich gedurende zijn hele verdere leven in het geloof zeer verbonden voelde en die hem tijdens zijn latere predikantschap tot grote steun is geweest”.

Levenseinde
In hetzelfde jaar dat ds. Van der Poel benoemd was tot ridder in de orde van Oranje-Nassau (29 april 1981) volgt een laatste ziekenhuisopname. Op 12 juli preekt de 72-jarige voor het laatst en in die dienst geeft hij met de tekst “Het briesend paard moet eindelijk sneven” te kennen dat hij zijn einde voelt naderen. Op 9 oktober 1981 overlijdt de predikant en op 14 oktober wordt hij onder grote belangstelling in Ede begraven. Voor de rouwdienst worden vier kerkgebouwen gebruikt: eigen kerkgebouw aan de Schaapsweg, de Evangelisatie van ds. Van Dieren aan de Waterloweg, de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk - beide Ned.Hervormd. Op vier verschillende plaatsen worden door vier verschillende predikanten vier verschillende rouwpreken uitgesproken. Per door paarden getrokken rouwkoets werd het stoffelijk overschot vervoerd naar de algemene begraafplaats aan de Asakkerweg, waar zo’n vijfduizend mensen de begrafenis bijwoonden.

Johannes van der Poel “was een man om veel van te houden. Een man ook, die ook altijd heel veel liefde gegeven heeft in zijn gezin, familie en overal waar hij kwam. Hij was een echte herder. (…) Hij had iets heel aparts, iets eigens dat niemand kan nadoen. Hij had iets populairs, waardoor hij velen aantrok. Hij kon ook wat meer zeggen dan een ander, al was het wel eens wat minder deftig”. Woorden uit een in memoriam in de kerkbode van Kinderdijk, woorden die ook in andere beschrijvingen doorklinken.

De foto bij dit artikel staat op het omslag van het boek Het wonderlijkste wonder, uit het leven van ds. Joh. van der Poel door J.M. Vermeulen.

 
Rubriek:Godsdienst en levensbeschouwing
Trefwoorden:Predikanten
 
Gebruikte bronnen
Boek: “Kudde in veelvoud – kleine kerkgeschiedenis van Ede”, Ede, 1986 door Dr J.H. van de Bank.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25183154
Boek: “Eben-Haëzer”, Veenendaal, 1978" door Ds Joh. van der Poel.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25183429
Boek: “De kerk als moeder – Kerken en geloofsgemeenschappen in Ede in de twintigste eeuw”, deel IIIa: Oud Gereformeerde Gemeente, Ede, 2007" door T. van 't Veld.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25183543
Boek: “Het wonderlijkste wonder – Uit het leven van ds. Joh. van der Poel”, Kampen, 1999." door J.M. Vermeulen.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25183043
Boek: “Op het erf der kerk – Geschiedenis van de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Ede en korte levensschetsen van de ambtsdragers over de periode 1946-1986”, Ede, 1999" door J. Verwaard.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25183609

Geschreven door Gerard van Bruggen op 2008


Locatie op kaart