Infanterie Schietkamp (ISK)

Infanterie Schietkamp (ISK)

 
Locatie:Harskamp
Periode:1899

Periode: 1899 tot heden

Met de introductie in 1895 van een nieuw geweer (M95) bij het Nederlandse leger ontstond de behoefte aan een langere schietbaan voor de infanterie. Tot dan toe waren banen van 200 meter voldoende, maar voor dit nieuwe geweer was een lengte van 600 meter vereist.

Vanaf 1896 werd er gezocht naar een geschikte plaats. Aanvankelijk dacht men aan een terrein tussen Harskamp en Stroe, maar uiteindelijk koos men voor een terrein aan de zuidkant van de buurtschap Harskamp. Hoge militairen vormden een commissie die koop- of huurcontracten met de meer dan honderd landeigenaren afsloot. Het nieuwe schietterrein besloeg een oppervlakte van ca. 3000 ha.

Harskamp
Voor de komst van het ISK bestond Harskamp uit een verzameling boerderijtjes. Na de komst van de (groepen) militairen openden winkeltjes en cafés hun deuren. En zo ontstond langzamerhand een dorpskern. Voor de bevolking betekende dit dat men niet meer naar Otterlo hoefde te gaan voor kerkbezoek en men niet langer afhankelijk was van de dokter uit Lunteren. De komst van het ISK betekende meer werkgelegenheid in dit deel van de Veluwe.

Tentenkamp
Op het terrein dat bekend stond als de ‘Zuiderheide’ werd een tentenkamp gepland, als gevolg waarvan vier boerderijtjes moesten worden ontruimd. In september 1899 viel het eerste schot op het nieuwe schietterrein. Tot aan de mobilisatie tijdens de Eerste Wereldoorlog was het ISK een zomerkamp. Van april tot oktober werden er allerlei detachementen gelegerd voor een periode die uiteenliep van één tot tien weken. Er was een vaste kern van 125 militairen om de gelegerde troepen te verzorgen en het terrein te onderhouden. De legerplaats kon aan maximaal 3000 man onderdak bieden. Aanvankelijk was het kamp alleen bedoeld voor het oefenen van de infanterie, al in 1901 werd het kamp tevens voor de Cavalerie gebruikt en een jaar later zelfs door de Marine.

Marcheren
Aanvankelijk bestonden er plannen het ISK op te nemen in het traject van de stoomtram ´De Veluwe´, maar dit werd nooit verwezenlijkt. Het gevolg was dat de militairen vanaf de stations Stroe of Ede naar het kamp moesten marcheren, een mars van 1,5 resp. 3 uur. Detachementen van de regimenten uit Harderwijk en Amersfoort kwamen zelfs helemaal te voet naar Harskamp. Deze eenheden werden vrijwel altijd voorafgegaan door een militaire kapel, die het marcheren wat makkelijker en vrolijker maakte. 

Kanonschoten
Hoewel het schietkamp al vroeg over goede telefoonverbindingen beschikte, was het lastig in zo’n uitgebreid gebied het begin en einde van de dienst aan te geven. De Artillerie stelde hiertoe een kanon ter beschikking met (losse) munitie. Door het afvuren van dit kanon werd de reveille (05.00 u), het einde van de morgendienst (12.00 u) en het einde van de middagdienst (17.00 u) bekend gemaakt. Dit gebeurde met militaire precisie, zodat de inwoners van Harskamp hun klok er op gelijk konden zetten.

Mobilisatie
De mobilisatie tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte het noodzakelijk dat een aantal eenheden permanent in het ISK moesten worden ondergebracht. Hiervoor werden houten barakken gebouwd en werden waterleiding en verlichting verbeterd. Het tentenkamp bleef (in de zomer) gewoon in gebruik. In 1918 veroorzaakte de ´Spaanse griep´ veel slachtoffers en de legerleiding besloot in verband met besmettingsgevaar de soldaten niet met verlof te laten gaan. De ontevreden soldaten sloegen aan het muiten en staken enkele van hun barakken in brand. Vervolgens vertrok men met ongeoorloofd verlof. Het allergrootste deel van deze ´verlofgangers´ meldde zich na korte tijd weer bij hun eenheden.

Uitbreidingen
In de jaren twintig werd op het ISK een smalspoorlijn aangelegd (40 km), voor transport van munitie en schietschijven. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog werd het aantal schietbanen vergroot van vijf naar negen. Er kwam een waarnemingspost voor het oefenen met mortieren en er werd geoefend met het schieten op luchtdoelen. Daarvoor werd op de ´Noorderheide´ zelfs een vliegveldje aangelegd vanwaar vliegtuigen opstegen met sleepnetten. Tijdens de oorlog is het schietkamp nauwelijks door de Duitsers gebruikt.

Vernieuwing
Na de oorlog moesten de verwaarloosde schietbanen worden gerestaureerd. In 1953 constateerden buitenlandse officieren dat het ISK één van de best uitgeruste schietbanen van Europa was. Er waren diverse soorten schiet- en gevechtsbanen. Om zich te bekwamen in huis- en straatgevechten verrees het oefendorp ‘Oostdorp’. In de jaren zestig werd er een schietbaan voor anti-tankwapens aangelegd. In de jaren ’70 werden alle legeringgebouwen gemoderniseerd evenals de schietbanen. Rond 1985 telt het kamp een vaste bezetting van 450 militairen en 250 burgers. De laatste jaren is er een nieuwe ronde moderniseringen gaande. Veel (handbediende) klapschijven zijn/worden vervangen door automaten, waarbij de resultaten digitaal worden doorgegeven. Men beschikt inmiddels over simulators voor het schieten met klein kaliber. In deze z.g. schietbioscoop schiet men op levensechte, bewegende doelen.

Andere tijden
Na de val van de muur besloot de Nederlandse regering de troepen regelmatig ook in te zetten bij vredesmissies in oorlogsgebieden. Het optreden in bebouwde en bewoonde omgeving vereist een andere, accurate training, waarbij het opleidingsniveau van de soldaten en hun bewapening naar een hoger plan is getild. Oefendorp ‘Oostdorp’ is hiervoor flink uitgebreid. Ervaringen uit de uitzendgebieden, bijvoorbeeld uit Afghanistan, worden direct gebruikt. Herkenning en vernietiging van bermbommen wordt zoveel mogelijk geoefend. Zo zijn er nu nagebouwde ‘Bushmasters’ waarmee de boordschutters kunnen oefenen. Na het afschaffen van de dienstplicht is het aantal militairen dat getraind wordt niet dramatisch gedaald, omdat er langer en intensiever wordt getraind. Bovendien moet nu alle personeel, inclusief chauffeurs, keukenpersoneel, techneuten, e.d. worden getraind.

Musea
Op het terrein van het ISK zijn, behalve het schietkamp en de Infanterieschool, een aantal defensiemusea gevestigd: het Infanteriemuseum, het Infanterie Schietkamp museum en de historische verzameling van de Nationale Reserve. Ook is er een smalspoormuseum. Sinds 2007 draagt het ISK de naam ‘Generaal Winkelman Kazerne’.

Getoonde foto's
GA14402
GA14419
GA23811

 
Rubriek:Justitie, defensie, openbare orde en veiligheid
Trefwoorden:Garnizoen, Militairen, Kazernes
 
Gebruikte bronnen
Weerd, E. v.d. en Crebolder, G.J., Ede in wapenrok, - Barneveld, 2005https://hdl.handle.net/21.12142/GEB115727
Breeman, G., Ede en de komst van het Garnizoen, - Bennekom, 1989
Sipma, L., Infanterie Schietkamp Harskamp, - ‘s-Gravenhage, 1974https://hdl.handle.net/21.12142/GEB704864061
Koek, H.N., Het infanterie schietkamp in verleden, heden en toekomst, -Harskamp, 1999https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25164901
Hirsel, M.N.M. en Kreeke, J.J. v.d., ISK – Legerplaats Harskamp 90 jaar, -Harskamp, 1989https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25164826
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 3.1https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50494043
1002 Documentatieverzameling Kesteloo: nr. 30https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50525602
1003 Documentatieverzameling Hartgers: nr. 21https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50534881
 
Gerelateerde verhalen
Harskamp, de geschiedenis van
Het Garnizoen
Kippenlijn

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2012


Locatie op kaart