Kaatje Braafhart

Kaatje Braafhart

 
Locatie:Ede, Bunschoterweg
Periode:1826-1930

Een kraamverzorgster werd van de 18e tot in de 20e eeuw een baker genoemd. Zij verzorgde moeder en kind gedurende de eerste acht dagen na de bevalling. Zij zorgde er ook voor dat de jong geborene goed werd ingebakerd; een oud gebruik, waarbij baby’s strak werden ingezwachteld.

Kaatje Braafhart was de bekendste baker in Ede in de periode van naar schatting 1860 tot 1920. Zij hielp talloze Edese gezinnen tijdens en na de bevalling. Gedurende die zestig actieve jaren groeide zij uit tot een bekende en populaire figuur in het toen nog kleine Ede.

Huwelijk
Catharina Koudijs werd geboren op 1 september 1826 in Ede. Zij was een dochter van Egbert Koudijs en Beertje Klaassen. Haar voornaam werd naar dorpsgebruik al snel afgekort tot Kaatje, en zo is het altijd gebleven. Ze trouwde op 9 december 1848 met Lammert Braafhart, de eveneens in 1826 geboren zoon van Casper Braafhart en Rikje Wessels. Het jonge paar ging aan de Bunschoterweg wonen. Er werden negen kinderen geboren, waarvan er echter drie al jong zijn overleden. Bovendien hebben zij nog een weesjongen, Piet Waanders, later een bekende boswachter, grootgebracht.

Zelfstandig
Wanneer Kaatje precies als baker is begonnen is niet duidelijk. Vast staat dat zij al lang als zodanig bekend stond, toen haar man Lammert op 27 maart 1895 overleed. Haar al gevestigde werkkring was na de dood van Lammert een uitkomst, want van sociale voorzieningen was nog geen sprake in die tijd. Zij heeft dan ook nooit een beroep hoeven doen op het Burgerlijk Armbestuur. Door haar werk bij talrijke Edese gezinnen is Kaatje zeer bekend geworden. Zij was een heel gezonde, opgewekte vrouw en haar devies luidde: “Ziekte is niks dan luiigheid, laat ze maar werken!”. Tot op hoge leeftijd (in de negentig!) heeft zij dit werk volgehouden

Eigen opvattingen
Beloning voor haar werk als baker ontving Kaatje Braafhart het liefst in natura; levensmiddelen, gebruiksvoorwerpen en textiel, als aanvulling op haar, overigens goed gevulde, linnenkast. Kaatje ging in haar werk vooral af op eigen opvattingen en liet doktersadviezen gewoonlijk links liggen. De aanbevolen veiligheidsspelden gebruikte zij niet bij het inbakeren. Knopspelden waren goed genoeg, veel goedkoper en de door haar ingepakte baby kon zich niet bezeren. Jaren lang is Kaatje Braafhart in haar huisje aan de Bunschoterweg op zichzelf blijven wonen. Wel kwamen er dagelijks kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen over de vloer. Haar laatste jaren heeft zij doorgebracht bij haar zoon Egbert en diens vrouw Elisabeth Stronk.

Feest
Op woensdag 1 september 1926 werd daar (aan de toenmalige Otterloseweg) de honderdste verjaardag van Catharina Braafhart gevierd. Het werd een feest waar bijna het halve dorp voor uitliep. Zo kwamen het volledige college van Burgemeester en Wethouders en alle raadsleden Kaatje feliciteren, gevolgd door bijna alle vooraanstaande personen uit het dorp. Dit naast de werkelijk honderden gewone burgers. In de vooravond kwam het Ede’s Fanfarekorps de jarige een muzikale hulde brengen. Te midden van deze drukte bleef Kaatje, gezeten in een fraaie leunstoel, genieten van de vele felicitaties en cadeaus. Op haar hoofd droeg zij haar zondagse muts; ze zou zich nooit vertonen zonder één van haar traditionele mutsen. Nog drie maal kon zij haar verjaardag vieren. Kaatje Braafhart overleed op 30 januari 1930, zonder een echt ziekbed te hebben gehad.

Getoonde foto
GA13773
 

 
Rubriek:Familie en personen
Trefwoorden:Gezondheidszorg
 
Gebruikte bronnen
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 14.2https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
1003 Documentatieverzameling C. Hartgers, (1944) 1957-1989, map 2-0229https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482495

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2012


Locatie op kaart