Kamp Schut

Kamp Schut

 
Locatie:Ede, Schuttersteeg
Periode:1941-1962

In 1941 verrees aan de oude weg tussen Ede en Veenendaal, de Schuttersteeg, het kamp ‘Schuttershof’, beter bekend onder de naam ‘Kamp Schut’. Opgezet als woonruimte voor mannen die in werkverschaffingsprojecten werden ingezet en uiteindelijk gebruikt als woningen voor ‘onmaatschappelijken’.

Op 1 februari 1941 verhuurde de familie Van de Lustgraaf uit Veenendaal een perceel grond, groot circa 1 hectare, aan de Rijksdienst voor de Werkverruiming. Houtbouw Modderkolk uit Ede begon spoedig, in samenwerking met Groot Houtbouw uit Vroomshoop, met het bouwen van het kamp. Het duurde echter tot rond de jaarwisseling 1941/1942 voordat de eerste bewoners kwamen.

Houten barakken
Het kamp bestond uit vier even grote barakken, in elke hoek van het weiland één. In het midden stond een kleinere barak en tussen de twee achterste barakken een kantinegebouw. Tussen dit kantinegebouw en de kleine barak stond een stenen pompgebouw; alle overige gebouwen waren houtbouw. In de uiterste, achterste hoeken waren toiletgebouwtjes geplaatst. Vooraan, precies in het midden, was de toegangspoort, met de naam ‘Schuttershof’ erop. Het hele kamp was afgerasterd met draad en palen en had de vorm van een liggende ruit .

Bewoners
De eerste bewoners waren werkloze mannen, die in Ede te werk werden gesteld. Mogelijk waren dit deels gedemobiliseerde militairen. Vanaf de zomer van 1942 werd het kamp gebruikt om werkeloze Joodse mannen uit (met name) het westen van ons land onder te brengen. Onder bewaking van de Duitsers werden ook deze mannen te werk gesteld in Ede. Ze bleven niet lang in Ede: op 2 oktober 1942 werd het kamp ontruimd en werden ze overgebracht naar Westerbork en de meesten werden kort daarop gedeporteerd naar de vernietigingskampen zoals Auschwitz en Sobibor. Kort daarna werden in ‘Kamp Schut’ evacués ondergebracht die uit de kustprovincies waren verdreven vanwege de aanleg van verdedigingswerken langs de Noordzeekust. Na de slag om Arnhem (september 1944) kwamen er nieuwe evacués, omdat de Duitsers begonnen met het bouwen van stellingen langs de Rijn. 

Bevrijding
Op 17 april 1945 werd het dorp Ede bevrijd, maar aan de Schuttersteeg werd nog hard gevochten. Bewoners van het kamp moesten evacueren naar het dorp en ook de boeren uit de omgeving moesten vluchten. In de avond van 2 april brandde één barak, als gevolg van beschietingen, geheel af. Pas op 8 mei mochten de bewoners van de buurt Maanen, en dus ook de bewoners van het kamp, weer naar huis. Aanvankelijk werd het kamp nog deels bewoond, maar eind 1945 stond het leeg. Het gemeentebestuur van Ede kreeg van de Rijksdienst toestemming om tijdelijk gezinnen in het kamp te huisvesten, die vanwege de grote woningnood elders geen onderdak konden krijgen.

Aankoop
In september 1947 berichtte de Dienst Uitvoering Werken dat ‘Kamp Schut’ zou worden afgebroken en verplaatst naar Overflakkee. Burgemeester J.J.G. Boot van Ede klom in de pen om de Rijksdienst te bewegen het kamp aan de gemeente Ede ter beschikking te stellen. Dit verzoek werd afgewezen, maar toen bekend werd dat het kamp niet naar Zeeland, maar naar Den Helder zou worden verplaatst, richtte de burgemeester zich opnieuw tot de D.U.W. Na een uitgebreide briefwisseling berichtte de Rijksdienst in maart 1948 bereid te zijn de barakken aan de gemeente Ede te verkopen. Op 30 juni 1948 besloot de Raad van Ede het ‘Kamp Schut’ te kopen voor een bedrag van 40.000,- gulden. Voor het ombouwen van de barakken tot woningen werd 25.000,- gulden gereserveerd.

Onmaatschappelijken
In het kamp werden enkele tientallen gezinnen gehuisvest, waaronder meerdere die als ‘minder net’ werden omschreven. Na een half jaar werden de ‘nettere’ gezinnen, die te lijden hadden van overlast, elders ondergebracht. In hun plaats werden een aantal a-sociale gezinnen in de ‘Schutterhof’ geplaatst. En daarmee besloot de gemeente Ede dus min of meer geruisloos om gezinnen die als lastig werden beschouwd, officieel onmaatschappelijken genaamd, naar het kamp te verplaatsen. Het waren bepaald geen burgers van goede komaf die er woonruimte kregen toegewezen. Het waren vooral mensen met huurschulden, ongehuwde moeders, ex-woonwagenbewoners; praktisch alle gezinshoofden waren werkeloos. De bewoners toonden zich onderling niet erg verdraagzaam, wat niet zo verwonderlijk was als je met 24 gezinnen zo dicht op elkaar woont.

Beheer
De Centrale Woningstichting kreeg het beheer over het kamp en plaatste er een beheerder, die ook in het kamp woonde. Hij moest al die ruzies zien te beslechten. In 1951 vond men het zelfs raadzaam hem te vervangen door een politieagent, die bijna twee jaar in het kamp heeft gewoond! Daarnaast was een ambtenaar van de sociale dienst bijna dagelijks in het kamp aanwezig, terwijl ook dominees, pastoors en andere welzijnswerkers regelmatig het kamp bezochten. Ondanks deze moeilijkheden bleef de woningstichting van mening dat ‘Kamp Schut’ het best gebruikt kon worden als straf voor ernstige wanbetalers uit andere woningen. 

Woningnood
In 1953 is er minimaal één gezin kortstondig opgevangen in kamp Schut die als gevolg van de watersnoodramp in Zeeland hun woning kwijt was geraakt. Hoewel het kamp in sommige opzichten niet voldeed aan de minimum eisen bleef het in stand. De gemeente zag geen andere mogelijkheid zolang de woningnood voortduurde. In afwachting van de bouw van twintig woningen elders in de gemeente (die er overigens nooit zouden komen) voor opvang van onmaatschappelijken werd het kamp in 1954 enigszins opgeknapt. De ‘tonnetjes’ werden vervangen door wc’s met riolering, er kwamen douches, een speeltuintje en een recreatieruimte. De stichting Bijzonder Gezinswerk ging het ‘heropvoedingswerk’ coördineren. Er werden onder andere cursussen huishouding en kinderverzorging gegeven. Door gebrek aan belangstelling werd het experiment, dat tot 1965 had moeten doorlopen, voortijdig afgeblazen. 

Veranderende inzichten in het maatschappelijk werk leidden er toe dat vanaf 1959 elke vrijkomende woning werd afgebroken. In 1962 vertrok de laatste bewoner uit ‘Kamp Schut’.

Nog eenmaal keert de naam ‘Kamp Schut’ terug. Dit is als in 2008 de infrastructuur van het nieuwe industrieterrein ‘Schuttersveld’ ter hand wordt genomen. Er wordt een hoekje van dit terrein, ongeveer op de plaats van het ‘oude’ kamp, ingericht als opslagplaats voor bouwmaterialen en directieketen, van o.a. de gemeente Ede. Een opzichter met gevoel voor historie laat hier een bordje plaatsen met daarop de naam ‘Kamp Schut’.

Getoonde foto
GA40092

 
Rubriek:Sociaal-cultureel welzijn
Trefwoorden:Tweede Wereldoorlog, Huisvesting, Woningnood, Werkverschaffing
 
Gebruikte bronnen
Meijer,G., Buurtboek ’t Schut, - Ede, 2001
Huiskes, G., Dorp op de Veluwe met stadse fratsen, - Ede, 2000
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 7.4
 
Gerelateerde verhalen
Buurt Maanen

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2010


Locatie op kaart