Heeckeren van Kell, Alexander Baron van

Heeckeren van Kell, Alexander Baron van

 
Locatie:Ede, Ede-oost
Periode:1910-1916

Alexander Baron van Heeckeren van Kell, zoals zijn naam voluit luidt, stamt uit het oude adellijke geslacht der Van Heeckerens. Hij heeft een illuster voorgeslacht waarin namen voorkomen als Van Wassenaar, Van Limburg Stirum en Van Pabst.

Alexander wordt op 19 juli 1871 geboren op kasteel Bingerden in Angerlo, waar zijn vader burgemeester is. Mr. Willem Baron van Heeckeren van Kell (heer van Ruurlo, Bingerden en Kell) is bij de geboorte van Alexander al 56 jaar oud en in zijn tweede huwelijk. In het gezin Van Heeckeren is Alexander zeer duidelijk een `nakomertje` want zijn jongste halfzus (uit het eerste huwelijk zijn zes kinderen geboren) is bij zijn geboorte al vijftien jaar. Voor moeder Albertina Maria Gravin van Limburg Stirum - een bekwaam schilderes – is Alexander de tweede zoon. De eerste zoon overlijdt in zijn geboortejaar. Kindersterfte gaat ook de adellijke huizen niet voorbij.

Opleiding en huwelijk 
Zijn jeugd op het platteland heeft hem waarschijnlijk de grote liefde voor de natuur en de paardensport bijgebracht. Zijn schoolloopbaan heeft hij echter in Den Haag (waar het gezin regelmatig woonde vanwege vaders functie als Directeur van het Kabinet des Konings) doorlopen, hoewel al die jaren de vakanties doorgebracht worden in het Gelderse.

Na lagere school en Gymnasium studeert hij net als zijn vader rechten in Utrecht waar hij in 1897 de Meester-titel verwerft. Een jaar later trouwt hij in Londen met de daar geboren 20-jarige Renira Gravin van Aldenburg Bentinck. In 1900 volgt dan de benoeming tot burgemeester van zijn geboorteplaats Angerlo waar zij zich vestigen op de buitenplaats Wielbergen. Uit het echtpaar Van Heeckeren – Van Aldenburgh Bentinck zijn zes kinderen geboren.

Lid van de ARP 
In 1910 wordt Baron Van Heeckeren benoemd tot burgemeester van het veel grotere Ede (toen ruim 19.000 inwoners) waar hij op vrijdag 22 april geïnstalleerd wordt. Hij spreekt dan onder andere de volgende woorden: "Mijn politieke beginselen zullen u, mijne heeren, zeker wel geen van allen onbekend zijn. Die heb ik nimmer onder stoelen en banken gestoken en zal die ook blijven hoog houden. Gods Woord is ook voor mij het fundament waarop alle regeering dient gebouwd te worden. Ik veronderstel niet in den Bijbel een uitvoerig uitgewerkt regeeringsplan aan te treffen, doch weet ik, dat elk ambtenaar, hetzij in hoogeren, hetzij in lageren rang, zijn beleid dient te toetsen aan dien onfeilbaren toetssteen".

Van Heeckeren behoorde tot de Nederlands Hervormde Kerk en was zijn leven lang overtuigd lid van de Anti Revolutionaire Partij (ARP, later opgegaan in het CDA), in tegenstelling tot zijn liberale vader.

Hoewel de 'ligging' van de nieuwe burgemeester dus goed past bij de `kleur` van het grootste deel van Ede voegt de nieuwe burgemeester echter direct aan het bovenstaande toe: "Doch hoe ook mijne persoonlijke inzichten mogen zijn, hoop ik toch er naar te streven, dat ik mij, bij de uitoefening van mijn ambt als Burgemeester zal weten te verheffen boven de partijen, in zoover dat de belangen van allen door mij onpartijdig zullen worden behartigd".

De Sterrenberg 
Het gezin Van Heeckeren vestigt zich pas een half jaar later in Ede nadat een geschikte woning is gevonden in de `Sterrenberg` aan de Bergstraat. Als huisknecht wordt onder anderen A. Weyman aangenomen, terwijl voor de kinderen enkele gouvernantes inwonend zijn. Het college van B&W wordt gedurende de periode Van Heeckeren, behalve door hemzelf, gevormd door de beide wethouders E. Jochemsen en Mr. G.J. IJssel de Schepper. Tussen Van Heeckeren en laatstgenoemde, die beiden ongeveer even oud zijn, ontstaat een nauwe band van vriendschap. Beide wethouders kregen in 1911 ieder een jaarwedde van 300 gulden terwijl de burgemeester in dat jaar 2.400 gulden verdiende.

Werkzaamheden 
Kort na zijn installatie als burgemeester wordt in Ede een landbouwtentoonstelling gehouden, waarover in de correspondentie van Van Heeckeren veel is terug te vinden. Zaken die tijdens de periode van Van Heeckeren tot stand komen zijn onder andere:

  • wegenverharding (voor de aanschaf van een stoomwals heeft Van Heeckeren een oriënterend bezoek aan Londen gebracht)
  • uitbreiding van de nog jonge Gasfabriek
  • aankoop van terreinen voor woningbouw
  • overname van de MULO-school

In 1913 heeft Van Heeckeren als lid van het Oranje-comité mede leiding gegeven aan de uitgebreide viering van de onafhankelijkheidsfeesten (100 jaar). Ook is in zijn periode binnen de gemeente Ede het eerste vliegveld in Nederland aangelegd; de uit Den Haag afkomstige werktuigkundige Jan Hilgers heeft hier in 1910 zijn eerste vliegpogingen ondernomen (een monumentje aan der Zonneoordlaan herinnert nog aan deze gebeurtenis).

Veel lopende zaken, zoals belastingzaken en een pensioenregeling voor ambtenaren moeten behartigd worden. Er is correspondentie te voeren over zaken als een kazernebrand en een gemeenteveldwachter die `in een verloflokaal onder gelag werd aangetroffen` (dronken dus). Samen met de burgemeester van Barneveld wordt overlegd over afschaffing van de tolheffing op de weg tussen Lunteren en Barneveld. 

Belgisch vluchtelingenkamp 
Wat echter de geschiedenisboeken gehaald heeft, is natuurlijk het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Alle dreiging die daaraan vooraf ging, de vele zorgen en organisatie rondom de mobilisatie en distributie hebben veel aandacht en energie van burgemeester Van Heeckeren geëist. Het meest bekend in deze donkere periode is het Vluchtoord Ede dat vanaf februari 1915 tot 1918 op de Ginkel `aan den grooten straatweg van Arnhem op Utrecht` een dorp werd voor ruim 5.000 Belgische vluchtelingen.

Afscheid van Ede 
Naast zijn burgemeesterschap rust ook het beheer van het familiebezit op de schouders van Van Heeckeren. Na de dood van zijn vader in 1914 (hoewel bij zijn overlijden 99 jaar oud, vaak de `honderdjarige` genoemd) erft hij zo'n 30 pachtboerderijen in de gemeente Ruurlo waaraan hij veel zorg besteedt. Daarnaast heeft hij enkele landelijke functies die veelal met zijn grote liefde voor de paardensport te maken hebben. Als hij de Edese buitendorpen bezoekt, doet hij dit ook meestal te paard.

Al deze zaken ondermijnen zijn gezondheid, zodat hij regelmatig het werk moet onderbreken voor een korte verlofperiode om weer op krachten te komen. In 1916 besluit Van Heeckeren dan om als burgemeester ontslag te nemen. Zowel de gemeenteraad bij monde van de Lunterse notaris R. Dinger als de beide wethouders dringen er op aan in plaats hiervan langdurig verlof aan te vragen, maar hij handhaaft het oorspronkelijke plan.

In de vergadering van 1 december 1916 volgt het afscheid met de geëigende toespraken. Eerst spreekt Van Heeckeren zelf: "Eén ding wensch ik te zeggen, ik heb met Gods hulp met lust te midden van u gewerkt".

Vervolgens voert wethouder Jochemsen, die hem in 1910 ook verwelkomd heeft, het woord. Tenslotte spreekt de heer L. Tulp waaruit het volgende citaat, dat iets weergeeft van de gesprekken in de dorpsgemeenschap anno 1916: "Velen, zeer velen gevoelden diep leedwezen over het door U aangekondigd besluit (...) Maar nu (… is) men eenparig in zijn lof over de wijze waarop U ieder de gelegenheid gaaft U met vragen aan boord te komen, meent men algemeen dat ge van groote onpartijdigheid blijk gaaft bij de gewone leiding van de raadsvergaderingen, er wordt van vele zijden nu reeds uitgesproken dat ge grooten tact ten toon spreiddet bij de behandeling van schijnbaar tegenstrijdige belangen, en dat de ontwikkeling van onze plaats U zeer ter harte ging."

Na deze toespraken krijgt Mr. A van Heeckeren van Kell uit handen van Tulp namens de raad en de ambtenaren een zilveren inktstel en 4 zilveren bloemenvaasjes aangeboden.
In het laatste gedeelte van de geciteerde toespraak van Tulp klinkt ook door wat Cleverens over Mr. Alexander schrijft in zijn Van Heeckeren-boek: "Hij had een zeer vriendelijke, opgewekte natuur en gemakkelijk humeur. Hij was altijd behulpzaam, nooit weigerde hij iemand te helpen, hoe druk hij het ook had; steeds ging hij op iedere individuele vraag in. Hij waardeerde mensen, die hard werkten en die veel over hadden voor de werkelijke belangen van hun land."

Blanke-slavinnen-handel? 
Een merkwaardige zaak doet zich voor in 1911. Dinsdag 14 maart wordt door een rijksveldwachter en een gemeenteveldwachter gezamenlijk aangifte gedaan van het overlijden van Elisabeth Jacobs, een uit Den Haag afkomstige 59-jarige ongehuwde vrouw. Het blijkt dat deze Elisabeth op zaterdagavond 11 maart onder verdachte omstandigheden zelfmoord gepleegd heeft. Deze zelfmoord had plaats in een villa, bewoond door een echtpaar waarvan de vrouw, voor haar huwelijk, met Elisabeth had samengewoond in een hotel in Rotterdam.

Uit onderzoek was gebleken dat beide vrouwen voortdurend in contact stonden met ene meneer Jacob in Engeland, "probably for inmoral purposes". Burgemeester Van Heeckeren richt zich daarom op 27 maart per brief tot het `Britsche Gezantschap` in Den Haag "in relation to the white slave traffic". Na één en ander uiteengezet te hebben, schrijft hij: "On the strength of the above facts I considered it necessary to bring these under your notice in case it should be found advisable to communicate with the police authorities in Londen with regard to Mr. Jacob". Hoe deze zaak verder is afgelopen en of er in Ede inderdaad sprake was van handel in blanke slavinnen, is onduidelijk.

Op 12 januari 1917 verhuist het gezin weer naar Angerlo om ruim twee jaar later definitief neer te strijken in Rheden/De Steeg waar het landgoed Rhederoord aangekocht wordt. Ede is voor het echtpaar Van Heeckeren niet slechts een 6-jarige periode uit hun leven, maar is ook de plaats met een zwarte herinnering. Beide zoons hebben namelijk hun militaire diensttijd in Ede doorgebracht, maar voor de oudste Alexander eindigde deze periode in 1928 door een dodelijk ongeval.

Het eind van het leven van Mr. Alexander Baron Van Heeckeren van Kell komt net na de Tweede Wereldoorlog. Kort nadat de vrede in Nederland is teruggekeerd overlijdt hij op 4 juni 1945 op Rhederoord omringd door zijn vrouw en kinderen. Enkele dagen later wordt hij in het familiegraf te Ruurlo begraven.

Getoonde foto
GA13507

 
Rubriek:Openbaar bestuur
Trefwoorden:Burgemeesters, Gemeentebestuur
 
Gebruikte bronnen
Righolt, A. Ede en Heidestad – de blanke stad der Belgische vluchtelingen. https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25175097
Gemeentebestuur Ede en rechtsvoorgangers, ca. 1650-1948 https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482467
 
Gerelateerde verhalen
Villa Sterrenberg
Schouten, maires en burgemeesters van Ede

Geschreven door Gerard van Bruggen op 2008


Locatie op kaart