Hotel Restaurant Buitenzorg

Hotel Restaurant Buitenzorg

 
Locatie:Ede, Amsterdamseweg 19

In 1842 liet de toenmalige directeur van de Calvé fabriek te Delft, dr. Waller, in Ede een buitenhuis genaamd “Buitenzorg “ bouwen. Uit die tijd dateert ook het koetshuis, dat linksachter het inmiddels uitgebreide pand staat. Het huis is ontworpen in een sobere bouwstijl, waarvoor vooral de gepleisterde gevels met schijnvoegen kenmerkend zijn. 

In eerste instantie bestond het buitenhuis uit twee paviljoens en een daartussen liggend gedeelte met een inmiddels verdwenen veranda. De rechtervleugel is kort daarna gebouwd (1860-1880). De overige vleugels volgden eerst in de twintigste eeuw. Buitenzorg bleef slechts kort in gebruik als buitenhuis van de familie Calvė. Vanaf 1871 of 1872 bood het onderdak aan een meisjeskostschool onder leiding van de dames Post en Leeson. Toen deze kostschool in 1894 haar deuren sloot, werd Buitenzorg verbouwd tot hotel restaurant. 

Hotel restaurant
Op de zevenentwintigste dag van de grasmaand (april) 1895 werd een oorkonde onthuld ter gelegenheid van de opening van Buitenzorg door jonkheer A.W. van Borsele en zijn echtgenote mevr. Françoise Stephanie, baronesse van Brakel, van Waddenoyen en Doorwerth. Eerste hotelhouder was de heer Vincent Otto die het bedrijf in 1901 overdeed aan de heer W.Roelofsen. Vijftien jaar later op 1 juli 1916 verwisselde het hotel van eigenaar. De heer J.G.Pieterse, keek eerst de kat uit de boom door een huurperiode van 3 jaar te bedingen. In 1919 werd besloten tot de koop. 
Ministers waaronder H.Colijn, kamerleden en tal van vooraanstaande personen uit binnen- en buitenland, evenals schrijvers van naam hebben dit hotel bezocht. Hieronder Arthur van Schendel, de Vlaamse dichter Emiel Hulienbroek en Melis Stoke. Bij gebrek aan een officiersmess dineerden de officieren van het Edese garnizoen aanvankelijk in hotel Buitenzorg. Andere vaste gasten waren de jagers in het jachtseizoen (oktober). 

In de loop van de twintigste eeuw verschoof de nadruk van het toerisme vanuit het dorp Ede naar het buitengebied, waardoor pensions en hotels in het dorp verdwenen of van functie veranderden. Buitenzorg werd alleen een restaurant.

Op 13 mei 1940 namen de Duitsers bezit van het hotel, nadat op 12 mei het bevel tot algehele evacuatie werd gegeven. Na de bevrijding van Ede op 17 april 1945, werd Buitenzorg in gebruik genomen als ziekenhuis door de Canadezen.

Omschrijving van het monument
Buitenzorg werd gebouwd tussen 1842-1847. Het langwerpige pand bestaat uit een middengedeelte van twee bouwlagen met twee paviljoenachtige uitbouwen. De rechter vleugel is waarschijnlijk van rond 1860 -1880, terwijl de aanbouw linksvoor dateert uit 1978, Uit die tijd dateert ook het koetshuis dat linksachter het inmiddels uitgebreide pand staat. Het huis werd ontworpen in een sobere bouwstijl, gekenmerkt door gepleisterde gevels met schijnvoegen. 

In 1870 (bij de ingebruikname van de villa als meisjes internaat) werd het pand uitgebreid met een oostelijke vleugel. In 1891 verschijnt er aan de achterzijde en de westelijke zijkant een aanbouw

Hoofdvorm en dak
Het middendeel heeft schilddaken, die gevormd worden door vier dakschilden; twee driehoekige schilden aan de smalle- en twee trapeziumvormige aan de lange zijden.Een deel van het middelste deel en de rechter vleugel hebben vlakke daken. De aanbouwen links zijn eveneens voorzien van schilddaken. Het hele pand is van baksteen en wit bepleisterd.

Voorgevel
Van links naar rechts is de voorgevel als volgt samengesteld;
Eerst de nieuwe zaal uit 1978 met daarachter het koetshuis; dan het middendeel, dat bestaat uit een middelste partij van twee bouwlagen onder een plat dak, met ingang, geflankeerd door hoge, driezijdige uitbouwen. Tenslotte de rechtervleugel van twee bouwlagen onder een vlak dak. De midden- en rechterpartij hebben op de begane grond gewijzigde vensterpartijen. De ingang bestaat uit authentieke dubbele paneerdeur onder een geprofileerd kalf en een getoogd bovenlicht; het geheel in een omlijsting. Op de verdieping zijn rechts stolpramen van 1875 -1900 aangebracht, in de ‘paviljoens zijn echter zesruits schuifvenster uit de bouwtijd.
De achter- en zijgevels zijn sterk gewijzigd.

Het pand is van algemeen belang vanwege de schoonheid, de kenmerkende bouwwijze en de aangebrachte details, die o.a. tot uiting komen in het type buitenhuis (voorzien van zeldzame paviljoenachtige uitbouwen) en de details van een aantal originele vensters, de oude entreehal en het omliggende geboomte.

Actualisering n.a.v. (bouw-)historisch onderzoek in 2006
In 1870 (bij de ingebruikname van het pand als meisjes internaat) werd het pand uitgebreid met een oostelijke vleugel (zie ook de kadastrale kaart uit 1871). In 1891 verschijnt  aan de achterzijde en de westelijke zijkant een aanbouw. Het later in het het hoofdgebouw geïntegreerde koetshuis (linksachter) is voor het eerst te zien op de kadastrale kaart van 1909. De westelijke kap (op rechter paviljoen) vormt nog een onderdeel van het oorspronkelijke volume. 

Getoonde foto
GA08025

 
Rubriek:Economisch leven
Trefwoorden:Tweede Wereldoorlog, Hotels, Restaurants
 
Gebruikte bronnen
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 11
P. Opmeer, Architectuur en stedenbouw 1850-1940, Wanders Uitgeverij, Zwolle
H.J.Nijenhuis, Ede Stad (14 januari 1987), Hotel “Buitenzorg”: in het verleden rustplaats, ook voor notabelen
G.W.Onderstal, De Zandloper 23 (2) 7 (1995)
Nijdam, Edese Post 10 juni 1992
 
Gerelateerde verhalen
Bombardementen
Heideweek
Het Garnizoen

Geschreven door Jan Verbeek op 4/2009


Locatie op kaart