Dierendonck, Theodorus Christiaan van

Dierendonck, Theodorus Christiaan van

 
Locatie:Gemeente Ede
Periode:1941-1945

Burgemeester van Ede

Toen burgemeester Middelberg in 1941 door de bezetter werd ontslagen, werd aanvankelijk voor zijn opvolging de “gewone” sollicitatieprocedure gevolgd. De Commissaris van de Koningin voor de provincie Gelderland, Schelto, baron van Heemstra, leidde de procedure. 

Schelto was voor de bezetting al Commissaris van de Koningin, maar bleef in zijn functie. Er solliciteerden maar liefst 19 kandidaten, waaronder een aantal Edenaren. Er waren zeer serieuze kandidaten bij, die goed in het profiel van Ede pasten, zoals de burgemeester van Krabbendijke. De laatste was lid van de A.R.P. en gereformeerd.

Maar bij een burgemeestersbenoeming tijdens de bezetting kwamen naast de commissaris veel instanties te pas. Zoals de Beauftragte, de secretaris van staat van de N.S.B, en namens het Reichskommissariat: Wimmer commissaris–generaal voor bestuur en justitie en natuurlijk Binnenlandse zaken. De benoemingsprocedure duurde dan ook ongeveer zes maanden.

Onder de sollicitanten waren twee leden van de NSB. Eén van hen was Van Dierendonck. Onder druk van de bezetter werd Van Dierendonck benoemd tot burgemeester van Ede. Er kwam protest uit Ede over deze benoeming. Van Dierendonck, die van huis uit Rooms-Katholiek was, had in zijn sollicitatiebrief vermeld, dat hij zonder religie was. Dat kon eigenlijk niet in Ede. Men had liever de burgemeester van Krabbendijke gehad. Het protest was tevergeefs.

Van Dierendonck werd op 10 oktober 1941 geïnstalleerd als burgemeester van Ede. Er was voor hem geen ambtswoning beschikbaar. Daarom werd er door de gemeente een woning voor hem gevorderd aan de Stationsweg 90.

Van Dierendonck en de bezetter
Van Dierendonck voerde trouw alle bevelen van de bezetter uit. Hij had dan ook bijna absolute macht. De burgemeester werd staatrechtelijk tegelijk gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders en daarmee de leider (Führer) van de gemeente. Hij mocht zich laten bijstaan door ten minste twee doch niet meer dan zes door hem te benoemen wethouders. De N.S.B’er Van der Horst werd door Van Dierendonck als bezoldigde wethouder aangesteld. Onbezoldigde wethouders werden Jacob van Steenbergen en J.C.J. Mens, die op dat moment al wethouder waren. Jacob van Steenbergen bleef wethouder tot 1944 en J.C.J. Mens tot 1943.

Het Plan Frederiks
Van Dierendonck stond bekend als een felle antisemiet. Dit bleek uit de manier, waarop hij met het zogenaamde “Plan Frederiks” omging. Dit stuk uit de Tweede Wereldoorlog was bedacht en opgesteld door de Nederlandse Secretaris-generaal, K.J. Frederiks. In het kort kwam het erop neer dat een bepaalde groep in Nederland verblijvende Joden door de Duitse bezetter zou worden beschermd in verband met de maatschappelijke betekenis die zij voor de Tweede Wereldoorlog voor Nederland of Duitsland hadden gehad. In deze groep zaten onder anderen voormalige NSB’ers, gemengd gehuwden en kunstenaars.
Het plan van Frederiks hield in dat een groep geselecteerde Joden in een drietal grote panden in Gelderland geïnterneerd zou worden. Deze panden waren Villa Bouchina te Doetinchem, Huize De Schaffelaar te Barneveld en Huize De Biezen te Ede. Omdat Van Dierendonck als zéér antisemitisch bekend stond en dus niet mee wilde werken aan het Plan Frederiks, werd de grens tussen Barneveld en Ede zodanig verlegd dat ook Huize De Biezen in Barneveld kwam te liggen. De burgemeester van Barneveld was op dat moment de progressievere Joachim Westrik.

Het transport van de in de genoemde panden gevestigde Joden naar concentratiekampen als Auschwitz zou zo lang mogelijk uitgesteld worden. De meeste Joodse “deelnemers” hoopten dat dit uitstel uiteindelijk afstel zou betekenen. Achteraf bleek het ijdele hoop. In de aanklacht tegen Van Dierendonck  in 1945 wordt de antisemitistische houding van hem in deze kwestie niet genoemd.

Tewerkstelling
De loyaliteit van Van Dierendonk aan de Duitse bezetter bleek ook uit het feit, dat hij van harte meewerkte aan de tewerkstelling van vele Edenaren in Duitsland. Hij gaf lijsten door met namen van mannen voor de tewerkstelling in Duitsland. Als eerste werden namen genoemd van ambtenaren van gemeentewerken. Toen de heer Weener, de toenmalige directeur gemeentewerken, daar fel tegen protesteerde, zorgde Van Dierendonk ervoor dat hij ontslagen werd.Het ontslag was wel eervol en met twee maanden salaris.

Van Dierendonck en de NSB
Een zekere Borggreven, die gemachtigde was voor de NSB in Gelderland, beschuldigde Van Dierendonck van knoeierij rond de confiscatie van een partij turf. Van Dierendonck  had zelf een deel ingepikt en de rest onder gemeentepersoneel laten verdelen. Hij zou ook een kameraad van de NSB uit een gemeentelijke functie hebben weggepest. Het liep voor Van Dierendonck goed af. Müller, het hoofd van de adviescommissie Bestuurszaken, wees de beschuldiging van de hand onder verwijzing naar de langdurige vete tussen de burgemeester en de gemachtigde.

Hoe het afliep
Toen Ede in april 1945 werd bevrijd, kwam er een einde aan het burgemeesterschap van Van Dierendonck. Hij werd in de avond van 17 april 1945, samen met wethouder Van der Horst, die ook “fout” was geweest, door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten gearresteerd en overgebracht naar een gevangenkamp. Pas in 1948 werd hij berecht en veroordeeld. In het verslag van de zitting van het bijzonder gerechtshof van 17 september 1948 is zijn vonnis na te lezen. Hij werd veroordeeld vanwege het doorgeven van namen van Edenaren aan de Duitsers voor tewerkstelling in Duitsland en bovendien werd hem verloochening van zijn eed van trouw aan de Koningin ten laste gelegd. Hij had deze eed voor de oorlog moeten afleggen als officier van het Nederlandse leger. Zijn vonnis luidde: vijf jaar gevangenisstraf en ontzetting uit het actief en passief kiesrecht. Hij mocht tevens 15 jaar lang geen functie meer bekleden binnen de gewapende macht en levenslang geen ambt meer. Helaas geven de archiefstukken niet aan, hoe het Van Dierendonck verder is vergaan.

Getoonde foto
GA13742

 
Rubriek:Openbaar bestuur
Trefwoorden:Tweede Wereldoorlog, Burgemeesters, Gemeentebestuur
 
Gebruikte bronnen
Vincent Lagerwij en Gert Plekkringa, Ede 1940-1945 (Barneveld 1990) 72https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25167767
Th.A. Boeree, Kroniek van Ede gedurende de bezettingstijd (Arnhem 1983) 33https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25167724
De Zandloper 2012/1
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede map 1.18https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
1002 Documentatieverzameling Kesteloo nr 24 burgemeester. (geraadpleegd 5 mei 2011)https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31483414
Collectie P.L.M. Scholte blz. 3 en 4
Foto GA13752https://hdl.handle.net/21.12142/GEB1206385
Foto GA14358https://hdl.handle.net/21.12142/GEB1165976
Foto "Fotodienst NSB 1602-1943"
 
Gerelateerde verhalen
Schouten, maires en burgemeesters van Ede

Geschreven door Piet Griffioen op 19/3/2012