Ambtsjonkers

Ambtsjonkers

 
Locatie:Gemeente Ede
Periode:1576-1795

Vroeger sprak men niet over de gemeente maar over het ‘Ambt’ Ede, bestaande uit de kerspels  (dorpen) Ede, Bennekom, Lunteren en Otterlo. Het bestuur van het Ambt lag voor een deel in handen van de ‘Ambtsjonkers’.

De Ambtsjonkers stamden uit oude geslachten, van oorsprong boeren die, wegens bewezen diensten, van hun leenheer landerijen in hun bezit hadden gekregen. Deze riddermatigen vormden een nieuwe (lagere) adelstand. Wanneer de Ambtsjonkers voor het eerst functioneerden is niet bekend, maar vanaf 1576 werden zij in oorkonden genoemd.

Gezag
Ede maakte in de middeleeuwen deel uit van het drostambt Veluwe, wat weer onderdeel was van het kwartier Arnhem van het hertogdom Gelre. De hoogste gezagsdrager vormde de landdrost, die voor de handhaving van orde en gezag een scholtis of schout (met hulpschouten) aanstelde. Daarnaast lag het bestuur van het Ambt voor een belangrijk deel in handen van de Ambtsjonkers. Zij beperkten zich in hoofdzaak tot openbare en kerkelijke zaken. De belangen van de burgers en boeren werden veelal door de verschillende buurten behartigd.

Voorwaarden
Om tot Ambtsjonker te worden toegelaten, behoorde men aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • Men moest afstammen van een geslacht, dat al voor 1500 tot de erkende adel behoorde,
  • Men moest goederen bezitten ter waarde van 18.000 gulden of 25 morgen goed bouwland,
  • Men moest minimaal twintig jaar oud zijn,
  • Men moest zijn vaste woonplaats in het ambt hebben en
  • Men moest ‘de ware Christelijke Gereformeerde religie’ belijden.

Als een edele in het college van Ambtsjonkers wilde worden opgenomen, dan moest hij schriftelijke bewijzen voor zijn ambtsbevoegdheid overleggen. Deze stukken werden dan door de landdrost voorgelegd aan de vergadering van het Ridderschap.

Taken
De Ambtsjonkers vormden het huishoudelijke bestuur van de gemeente. Zij benoemden de koster-schoolmeesters, beriepen de predikanten, stelden een ‘chirurgijn’ aan en zelfs een vroedvrouw. Daarnaast verleenden zij ook medewerking aan de (jaarlijkse) rechtbank. Tot de taak van de Ambtsjonkers behoorde ook het verlenen van medewerking aan de vaststelling en invordering van de verponding. Dit is een belasting op onroerende goederen waaruit inkomsten worden verkregen; van boerderijen werd de 6e en van huizen de 9e penning van de pacht- en huuropbrengst geheven. De Ambtsjonkers gingen zeer zelfstandig te werk. Wel oefende de ‘Drost van Veluwen’ toezicht uit, maar zolang de bepaalde som der belastingen maar ontvangen werd en besluiten van het hertogdom werden uitgevoerd, bemoeide de drost zich weinig met de Ambtsjonkers. Zelfs in hun opvolging waren zij zo goed als onafhankelijk van anderen.

Kerkelijk
De Ambtsjonkers hielden een flinke vinger in de pap op het beleid van de kerken, althans in Bennekom, Lunteren en Otterlo, waar zij speciale ‘eigen’ banken in de kerk hadden. Rond 1800 krijgen de Ambtsjonkers ook het opperbeheer over de kerkgoederen. Op de Grote, nu Oude, Kerk in Ede hebben zij niet veel invloed kunnen uitoefenen. Dat had twee redenen: deze kerk behoorde oorspronkelijk aan het kapittel van St. Jan in Utrecht en na de hervorming bleef het kerkbestuur grotendeels eigen baas. Een tweede reden was het feit dat de Ambtsjonkers van het kerspel Ede niet gegoed waren, in tegenstelling tot de jonkers uit de andere kerspels die daar aanzienlijke bezittingen hadden. Beroepingswerk van (nieuwe) dominees vond plaats door predikanten uit de classis (kring van kerkelijke gemeenten), maar wel in overleg met de Ambtsjonkers.

Heeren
De eerste Ambtsjonkers die genoemd werden in het ‘resolutieboek’ (notulen) waren de heeren:

  • Luman van Lauwick
  • Lubbert Torck heer van Roosendaal
  • Zeger van Lauwick
  • Frederick Paul Torck
  • Jan van Arnhem tot Harselo
  • Herman van Deelen
  • Jacob Hackfort
  • Arent Sloot van Boekelo

In 1663 telde het Ambt Ede tien Ambtsjonkers, van wie er vier in Bennekom hebben gewoond. Later werden onder andere Hessel van Lauwick tot Heukelom en Lubbert van Eck van Nergenae in dit boek genoemd.

Vergaderingen
De Ambtsjonkers van Ede vergaderden één, soms twee maal per jaar; meestal in ‘De Roskam’ en een enkele keer bij één van de jonkers thuis. Vanaf rond 1700 vergaderden zij in de ‘oude’ Posthoorn. De kastelein was blij met deze klanten, want de Ambtsjonkers hielden wel van goede maaltijden op kosten van de gemeenschap. Na 1761 werd in de nieuw gebouwde Posthoorn vergaderd in een speciale kamer waarvan de Ambtsjonkers exclusief gebruik konden maken, dit tegen een vergoeding van vijftig gulden per jaar. De Ambtsjonkers hebben tot 1795 deze kamer gebruikt.

Einde
Met de komst van Fransen (de Bataafse Republiek) werden de Ambtsjonkers op 23 februari 1795 vervangen door een door het volk gekozen municipaliteit (gemeenteraad). Alle privileges werden hen ontnomen, zo ook hun titels en ze dienden te worden aangesproken (zoals iedereen) met ‘burger’. Alle wapenborden of schilden dienden te worden verwijderd uit kerken en van gebouwen, zelfs de wapens op hun koetsen werden niet getolereerd.

Getoonde foto
GA13776

 
Rubriek:Openbaar bestuur
Trefwoorden:Gemeentebestuur
 
Gebruikte bronnen
Geschiedenis van Ede, deel 1. Het kerspel Edehttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25184936
Geschiedenis van Ede, deel 2. Het ambt en de gemeente Edehttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25184936
Geschiedenis van Ede, deel 3. Kerkdorpen en buurschappenhttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25184924
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 1.4https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
1002 Documentatieverzameling G.J. Kesteloo, ca. 1970-1994, nr. 6 en 50https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31483414
1003 Documentatieverzameling C. Hartgers, (1944) 1957-1989, nr. 52https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482495
Geschiedenis der Neder-Veluwe : Ede en omstrekenhttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25161473
Rond de grijze toren. 1000 jaren geschiedenis uit de boeken van de buurt Ede-Veldhuizen.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25160781
Transcriptie van de resolutiën der Ambtsjonkeren van het schoutambt Ede : 1663 Oktober 1 - 1699 februari 21https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25160009
Vinger aan ijzeren vuist : een Veluws dorpsburgemeester in de Franse tijd 1811 - 1813https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25159959
 
Gerelateerde verhalen
Gemeentearchief Ede
Otterlo, een historische schets
Wekerom
Oude Kerk Ede
Kasteel Hoekelum
Landgoed Nergena
Herberg De Roskam
De Posthoorn

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2011


Locatie op kaart