Willem Witsen

Willem Witsen

 
Locatie:Ede
Periode:1860-1923

Willem Arnold Witsen, zoals hij voluit heet, heeft een aantal jaren in Ede gewoond en gewerkt. Hoewel de Willem Witsenlaan zich in Ede Zuid bevindt, heeft de kunstschilder gewoond in de villa Zonneberg en had hij hier zijn atelier ingericht. Enkele bekende schilderijen van Ede zijn hier door hem geschilderd; het winterse Dorpsbuurt, de Driehoek te Ede uit 1897 is misschien wel het meest bekend.

Biografie
Willem Witsen is geboren op de Prinsengracht in Amsterdam op 13 augustus 1860. Grote namen als Cornelis Witsen (o.a. burgemeester van Amsterdam) en Nicolaas Witsen (ambassadeur) behoren tot zijn voorgeslacht. Vader Jonas Jan is handelaar in ijzerwaren en zijn moeder is Jacoba Elizabeth Bonekamp. Willem is de jongste van negen kinderen, waarvan er drie jong overlijden. ‘s Zomers woont het gezin buiten de stad aan de Vecht en de afwisseling tussen stad en platteland heeft hij levenslang volgehouden.

In Amsterdam volgt Willem het gymnasium en avondlessen aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Vanaf 1878 volgt hij volledig de lessen aan de Rijksacademie en sluit hij zich aan bij de kunstenaars die vernieuwing zoeken en met wie hij in 1880 de kunstenaarsvereniging St.Lucas opricht. Deelnemers zijn onder anderen Antoon Derkinderen, Jacobus van Looy en Jan Toorop. In 1883 heeft Witsen zijn eerste expositie met drie schilderijen op de najaarstentoonstelling van Arti & Amicitiae in Amsterdam en drie jaar later wint hij een aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars.

In 1888 vertrekt de jonge schilder naar Londen, waar de dichter Willem Kloos, met wie hij zijn leven lang bevriend is, een maand bij hem logeert en hij begint te fotograferen. Enkele tentoonstellingen in Londen vergroten zijn bekendheid. 

Begin jaren ’90 keert Willem terug naar Nederland. Op 4 mei 1893 trouwt hij met Elizabeth (Betsy) van Vloten, één van de gezusters Van Vloten, waardoor hij de zwager wordt van de schrijvers Frederik van Eden (1860-1932, getrouwd met Martha van Vloten) en Albert Verweij (1864-1937, getrouwd met Kitty van Vloten). 

Schilder in Ede
Na de huwelijksreis naar Noord-Frankrijk vestigt het jonge echtpaar zich op 31 mei 1893 in Ede. In Ede Stad van 23 augustus 2000 staat geschreven:

 “Het verhaal gaat dat hij door Anton Mauve gewezen werd op de schoonheid van het boerenland, dat de 19e-eeuwers zo romantiseerden. In Ede vond Witsen wat hij zocht: een ongerept boerendorp gelegen tussen akkers en heidevelden, niet ‘ontdekt’ en onder de voet gelopen door andere schilders zoals dat met dorpen als Laren, Nunspeet en Heeze was gebeurd. Het werd voor de schilder een vruchtbare periode, die resulteerde in een indrukwekkende reeks aquarellen, etsen en ook enkele olieverfschilderijen van boeren op het land, boerenerven, akkers, heidevelden en verstilde dorpsgezichten.”

In villa Zonneberg woont het echtpaar enigszins ‘op stand’ met personeel (onder andere huisknecht Gerrit Versteeg), maar zij leven in landelijke stijl met het verbouwen van eigen groenten en het houden van kippen. De Amsterdamse vrienden komen graag voor kortere of langere tijd naar Ede. Uit het huwelijk van Willem en Betsy worden in Ede drie zoons geboren: Willem (1894 – genoemd naar Willem Kloos – roepnaam Pam), Erik (1896) en Odo (1898). Hoewel Willem in de Zonneberg over een atelier beschikt, werkt hij ook wel elders. Deels komt dit omdat de Edese situatie hem tegenvalt, deels omdat het huwelijk verslechtert. Zo werkt hij in de jaren 1898-1899 regelmatig in Dordrecht. 

In de Edese jaren heeft Willem Witsen naast het hiervoor genoemde schilderij van de Driehoek (waarvan hij ook een ets -in spiegelbeeld- gemaakt heeft), ook andere taferelen geschilderd, zoals het afgebeelde Winteravond in Ede. In de zogenaamde ‘Amsterdamse reeks’ (ontstaan tussen 1893-1897 en in Amsterdam tentoongesteld eind 1897) bevinden zich drie Edese sneeuwlandschappen en twee prenten met figuren op de Edese hei. Hetzelfde boerderijtje dat op Dorpsbuurt, de Driehoek te Ede is afgebeeld, komt ook voor op het schilderij Dooiweer (1897) terwijl op het schilderij Winteravond uit 1897 een andere Edese boerderij is afgebeeld. In de Topografische Atlas van Ede zijn opgenomen de etsen De schaapherder, De smid, en De aardappelrooister en de steendruk De molenaar. Ook het Historisch Museum Ede bezit enkele werken van Willem Witsen, evenals van zijn leerlinge Maria Wandscheer.

In 1895 breekt Witsen definitief door als kunstschilder en zijn er in één jaar vijf tentoonstellingen. De ‘sneeuwschilderijen’ worden door de Nieuwe Rotterdamsche Courant fris en ongekunsteld genoemd, “zoo naar de natuur geschilderd” en De Amsterdammer spreekt van “ernstig bestudeerde winterlandschappen … met uiterste aandacht genoteerd in subtiele toontegenstellingen, bleekrose luchten en blank-blauwe sneew”

Vanuit Ede neemt Witsen twee maal deel aan de Biënnale in Venetië en behaalt hij op de wereldtentoonstelling in Parijs (1900) een gouden medaille. 

Na Ede
In 1902 is het huwelijk tussen Willem Witsen en Betsy van Vloten zo zeer verslechterd, dat Willem uit Ede vertrekt en zich weer definitief in Amsterdam vestigt. Op 5 mei wordt het gezin Witsen uitgeschreven uit Ede en op 27 juni wordt in Haarlem de scheiding uitgesproken. Betsy en de kinderen komen in Aerdenhout terecht en beiden hertrouwen in 1907: Betsy met Johan Sebastian Brandts Buys en Willem met Marie Schorr.

Vanuit zijn atelier aan het Oosterpark in Amsterdam gaan nog vele schilderijen en etsen de wereld over. Tentoonstellingen en reizen volgen elkaar op tot Willem in 1922 met ernstige bronchitis te kampen krijgt. Op 13 april 1923 overlijdt hij in Amsterdam, 63 jaar oud, en wordt hij daar begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.

Tijdens de vergadering van 4 september 1947 van de gemeenteraad van Ede wordt besloten enkele nieuw aangelegde straten van een naam te voorzien. Bij de afwikkeling van dit punt wordt tevens besloten de naam Eerste Parkdwarsweg (Ede Zuid) te wijzigen in Willem Witsenlaan. In de oorlog is namelijk de Tweede Parkdwarsweg door het bombardement van september 1944 verdwenen, waardoor de naam Eerste Parkdwarsweg niet meer van toepassing is en bovendien vindt men de naam ‘dwarsweg’ een negatieve klank hebben, duidend op een “doodlopend slob”. Omdat in de omgeving van de Parkweg nieuwbouw zal komen en er dus meerdere namen nodig zullen zijn, kiest men een thema dat uitbreiding mogelijk maakt: bekende schilders, die bij voorkeur iets met Ede te maken hadden. Willem Witsen valt als eerste deze eer te beurt.

Getoonde foto
GA27342

 
Rubriek:Familie en personen
Trefwoorden:Schilders, Kunst, Kunstschilders
 
Gebruikte bronnen
30 jaar Topografische Atlas Ede : schilders uit de gemeente Ede legden plekjes, ambachten en folkloristische gebruiken vasthttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25160020
Willem Witsen : schilderijen, tekeningen, prenten, foto's 1860 - 1923.https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25177600
 
Gerelateerde verhalen
Marie Wandscheer
Arthur van Schendel

Geschreven door Gerard van Bruggen op 2009