Ziekenhuis Bethanië

Ziekenhuis Bethanië

 
Locatie:Bennekom, Edeseweg 117
Periode:1894-1957

Aan het einde van de 19e eeuw kende Bennekom een vereniging, die zich ten doel stelde hulp te verlenen aan behoeftige kraamvrouwen, zieken en herstellenden. De vereniging ‘Hulpbetoon’ werkte naast de kerkelijke diaconieën en werd in stand gehouden door donateurs.

Mede dankzij de gulheid van de dames Prins konden in een inrichting patiënten worden verpleegd. De twee zusters die als weldoensters voor dit ‘ziekenhuis’ optraden, waren Simonette en Catharina. Zij waren dochters van Hermanus Theodorus Prins, schout en later burgemeester van Ede en kleindochters van Theodorus Prins, burgemeester van Bennekom (1812-1818). Bij haar dood in 1916 liet Catharina haar vermogen van 100.000 gulden en een huis na aan de Prins Stichting. Dit huis aan de Dorpsstraat 45 in Bennekom droeg de naam ‘Bethanië’.

Huize Bethanië
Al voor het overlijden van Catharina werden gesprekken gevoerd over de toekomst van de ziekenverzorging in Bennekom. Ernstig zieken moesten in die tijd uitwijken naar het ziekenhuis in Wageningen. Er ontstonden contacten met de Johanniter Orde, die per 1 april 1917 de exploitatie van Bethanië overnam. Prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina en landscommandeur van de Johanniter Orde, opende nog dat zelfde jaar het opgeknapte ziekenhuis. Dit telde acht bedden, maar een operatiekamer en een laboratorium ontbraken. De leiding en verpleging van Bethanië was geheel in handen van vrouwen, directrice was Diacones zuster Christine Schröder. Als artsen waren werkzaam dr. Jacobse Boudewijnse en dr. Grooters. In 1919 werd dr. J.H. van Omme als geneesheer aan het ziekenhuis verbonden. Pas in 1937 kreeg het Bennekomse ziekenhuis een kleine operatiekamer en kwamen er twaalf kamers bij door de aankoop van een belendend pand.

Oud-Vossenhol
Op initiatief van de orde werd in 1938 de villa Oud Vossenhol aan de Edeseweg gekocht. Dit pand kwam onverwachts in de verkoop en kostte veel minder dan verwacht. Een huis met 15 kamers, dat werd omgebouwd tot een ziekenhuis met 30 bedden en een operatiekamer op de zolderverdieping, die met een lift te bereiken was. Op 3 september 1938 vond de opening plaats in tegenwoordigheid van vertegenwoordigers van de Johanniter Orde. Het feestprogramma omvatte, naast meerdere toespraken, onder andere zang door het zusterkoor met als titel ‘Welzalig ’t huis’. Op dat moment bood het ziekenhuis alweer te weinig ruimte en werd een deel van het ‘oude’ Bethanië gebruikt voor verpleging, hoewel hierdoor een te kort aan verpleegsters ontstond.

Oorlog
De Tweede Wereldoorlog ging niet ongemerkt aan het ziekenhuis voorbij. Al direct in mei 1940 kwamen zeventien ernstig zieke patiënten van het Wageningse ziekenhuis ‘Ziekenzorg’ (met drie verpleegsters) over naar Bennekom. Later volgden gewonden en ook doden. Tijdens de oorlog werden, trouw aan de beginselen van de Johanniter Orde, patiënten van vriend en vijand verpleegd. In 1944 werd Bennekom geëvacueerd en werden patiënten en verpleegsters ondergebracht in het kinderhuis Zonneoord in Ede. Een dag na de bevrijding van Bennekom (17 april 1945) werd begonnen met de schoonmaak van Oud-Vossenhol. Maar nog voor men klaar was namen de bevrijders het in beslag, om het enkele weken later weer net zo vuil achter te laten als de Duitsers. Na een hernieuwde schoonmaakbeurt werd het ziekenhuis in de zomer van 1945 weer in gebruik genomen.

Streekziekenhuis
Bethanië deed nog dienst tot 1957 toen het nieuwe Streekziekenhuis werd geopend. Dit protestants christelijke Streekziekenhuis werd gebouwd op initiatief van, en mede gefinancierd door, kerken uit de omgeving. Ook de Johanniter Orde steunde dit initiatief van harte. Het Streekziekenhuis was nu geen Johanniterziekenhuis meer, maar kreeg van de Orde wel toestemming om het embleem te blijven voeren.

Met het sluiten van het oude ziekenhuis en het vertrek uit Oud-Vossenhol kwam er in maart 1957 een einde aan de geschiedenis van het Bennekomse ziekenhuis Bethanië.

De Johanniter Orde
Het ontstaan van de Orde danken we aan de Kruisvaarders. Nadat deze in 1099 Jeruzalem hadden veroverd (Godfried van Bouillon), werd de ‘Broederschap van St. Jan’ opgericht, met als doel de verzorging van zieken en gewonden. Snel daarna volgden hospitalen in Frankrijk, Italië en Syrië. Daarna volgde o.a. Nederland, waar het Catharina Gasthuis uit Arnhem al in 1329 bezittingen in Bennekom had. Na de verovering van Jeruzalem door de Turken, waarbij vrijwel alle Ridders sneuvelden, leidde de Orde een teruggetrokken bestaan. In 1909 naam Prins Hendrik het initiatief om te komen tot een Nederlandse afdeling. De vijftien (protestantse) Ridders richtten daartoe de Commanderij Nederland van de Johanniter Orde op. In 1917 kreeg de Commanderij een eigen ziekenhuis, Bethanië, in Bennekom, dat onder leiding stond van een Johanniter zuster en een commissie van drie leden, van wie twee Ridders.

Getoonde foto
GA21960

 
Rubriek:Gezondheidszorg
Trefwoorden:ziekenhuizen, gezondheidszorg
 
Gebruikte bronnen
1001 Documentatiecollectie Gemeentearchief Ede, map 8.2 en map 5.13https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
70 Ziekenhuizen van de Johanniter Orde te Bennekom ("Bethanië" en "Oud Vossenhol"), 1917-1963 (1975), 070 en 071.2https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31484303
De Kostersteen, 1994/48
 
Gerelateerde verhalen
Villa Klein Vossenhol
Villa Oud Vossenhol
Koloniehuis Zonneoord
Ziekenhuis De Gelderse Vallei
Streekziekenhuis
Prins, drie generaties burgemeester

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2009


Locatie op kaart