Station Ede-Dorp

Station Ede-Dorp

 
Locatie:Ede, Telefoonweg/Museumplein, Museumplein
Periode:1902

Periode: 1902 tot heden

Toen in 1902 het spoortraject Ede-Barneveld werd aangelegd, een lijn die al snel ‘Kippenlijn’ werd genoemd, werden er in de gemeente Ede twee stations en drie haltes gebouwd. Het meest zuidelijke station van de lijn bestond al sinds 1878 aan de Rhijnspoorbaan.

In Lunteren en in Ede werden vrijwel identieke stations opgetrokken. Ook station Voorthuizen, verderop aan de lijn was van het zelfde type. Station Barneveld-Dorp was eerst een bescheiden gebouwtje, maar al na enkele jaren kwam hiervoor een forser stationsgebouw. De haltes in de gemeente Ede waren Ede-Gemeentehuis, Doesburgerbuurt en Meulunteren.

Ede-Dorp
Aanvankelijk was de spoorlijn door het dorp Ede met een grote boog door de overtuin van hotel ‘Hof van Gelderland’ gepland, waar ook een halte diende te komen. De exploitant van de lijn, de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS), maakte bezwaar tegen de scherpe bocht omdat ‘gemengde treinen’ niet in deze bocht konden stoppen. Daarop werd het tracé zo’n tachtig meter opgeschoven en liep achter de erven van de huizen aan de Grotestraat langs. Ten zuiden van het dorp was de los- en laadplaats voor het goederenverkeer geprojecteerd, dat wil zeggen waar nu het station Ede-Centrum ligt. Toen men het met de eigenaar van de ‘Hof van Gelderland’ niet eens kon worden over de prijs van de door hem af te stane grond voor een toegangsweg, werd besloten de stopplaats te vestigen bij de los- en laadplaats. En daarom kwam het station Ede-Dorp net buiten het oude centrum van Ede te liggen.

Schuilplaatsen
Tijdens de aanleg van de spoorlijn waren in Ede en Lunteren houten gebouwtjes (schuilplaatsen) gebouwd, die in eerste instantie ook als wachtlokaal voor passagiers van de trein zouden moeten dienen. Vlak voor de ingebruikname van de lijn besloot de eigenaar van het baanvak, de spoorwegmaatschappij ‘De Veluwe’, om zowel in Lunteren als in Ede ‘echte’ stations te bouwen. De schuilplaats van Ede-Dorp werd verplaatst naar de (onbemande) halte Ede-Gemeentehuis en de schuilplaats van Lunteren ging naar de halte Meulunteren. Ook in Voorthuizen verrees een station en de schuilplaats daar verhuisde naar Barneveld-Kruispunt (nu Barneveld-Noord).

Stationsgebouw
Het in Ede gebouwde stationsgebouw was, voor die tijd, een zeer geriefelijk gebouw. Er waren wachtkamers voor alle drie de klassen; de derde klasse ‘promoveerde’ later tot fietsenstalling. De toiletten waren in een afzonderlijk gebouwtje ondergebracht. Op de bovenverdieping kon de stationschef wonen. De eerste stationschef van Ede-Dorp was de heer M. Buijtenhuis. Het station werd gebouwd in stijl van Staatsspoor Klasse IV, maar net als bij de grote stations uit die tijd met een hal over de volle diepte en zijdelings gelegen loketten. Het perron kreeg een houten overkapping. Een niet overdekt tweede perron heeft ook nog enige jaren dienst gedaan. De eerste jaren was het station op zondag gesloten; er reden dan ook geen treinen. Bij de uitgifte van de concessie was dit door de gemeente Ede bedongen.

Goederentransport
Voornaamste gebruikers van het station waren veelal boeren die naar de eiermarkt in Barneveld gingen, scholieren en winkelende dames. Voor het goederenvervoer is station Ede-Dorp zeker van betekenis geweest. Op het emplacement werd veel dennenhout aangevoerd voor verzending naar de mijnen in Limburg. Een groot deel van de aanvoer bestond uit kolen, bestemd voor de gasfabriek. Hiervoor was een aftakking van de lijn gemaakt naar de nabij gelegen fabriek. Daarnaast waren er regelmatig transporten van landbouwmachines en tractoren, bestemd voor importeur Sieberg. Het goederenvervoer langs de ‘Kippenlijn’ werd in 1984 gestaakt en daardoor raakte het station als goederenlosplaats in onbruik.

Oorlog
Al snel na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de passagiersdienst op de ‘Kippenlijn’ gestaakt als gevolg van materiaalgebrek. Na de luchtlandingen op 7 september 1944 werd de lijn ook voor goederenvervoer stilgelegd. Het zou tot 1951 duren voordat er weer een geregelde dienst op de lijn Amersfoort-Ede mogelijk werd. Bij de heropening van de lijn werd de naam van het station Ede-Dorp gewijzigd in Ede-Centrum.

Automatisering
Begin jaren ’70 voerde de NS een flinke reorganisatie en automatisering door. De kaartverkoop werd op de kleinere stations afgeschaft en passagiers konden hun plaatsbewijs kopen per automaat. Als wachtruimte werden glazen abri’s voldoende geacht. Kortom: station Ede-Centrum werd overbodig en de NS wilde van het gebouw af (evenals station Lunteren). In beide gevallen werden de stations gespaard omdat de gemeente en veel inwoners zich voor het behoud van de unieke gebouwen inspanden. Het waren vooral wethouder Henny Alberts en ‘Oud Ede’ voorzitter Ko de Nooy die het in Ede voor elkaar kregen dat men het pand kon huren. Van 1975 tot 2016 was in het oude station het ‘Museum Oud Ede’ gevestigd (later omgedoopt tot ‘Historisch Museum Ede’). Daarna is het museum verhuisd naar de tweede verdieping van Cultura en heeft het stationsgebouw gebruikt een kantoorfunctie.

Het stationsgebouw Ede-Centrum staat op de monumentenlijst van de Nederlandse Spoorwegen en op de Rijksmonumentenlijst.

Getoonde foto
GA24831

 
Rubriek:Verkeer en vervoer
Trefwoorden:Kippenlijn, Spoorlijnen, Stationsgebouwen
 
Gebruikte bronnen
Nijhoff, R.H. Langs dorpspomp en tolhuis. Fotoboek Edehttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25160562
Crebolder, G. Een eeuw Kippenlijn : van Ede-Nijkerk tot Ede-Amersfoorthttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25160137
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 15.1https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482681
1003 Documentatieverzameling C. Hartgers, (1944) 1957-1989, nr. 64https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31482495
De Zandloper : kwartaalblad van de Vereniging Oud Ede, 1982/2 en 2ahttps://hdl.handle.net/21.12142/GEB25154021
 
Gerelateerde verhalen
Straatverlichting
Historisch Museum Ede
Vereniging Oud Ede
De Kroon bouwmaterialen
Kippenlijn
Rhijnspoorweg
Station Ede - Wageningen
Hotel Het Hof van Gelderland

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2010


Locatie op kaart