De Fliert

De Fliert

 
Locatie:Ede, Ederveen en Lunteren

Van 1650 tot heden

‘De Fliert’ heeft nooit een kern gekend, het is een gebied met enkel boerderijen. Er was en is geen kerk, geen school en geen winkel, alleen boerenbedrijven die her en der in het landschap verspreid liggen.

De Fliert hoort oorspronkelijk bij de buurt ‘Het Woud’, maar scheidt zich vermoedelijk in het jaar 1700 daarvan af. Samen met het ‘Agterveen’ (het huidige Ederveen), dat zich van de buurt ‘Doesburg’ had afgescheiden, wordt de nieuwe buurt ‘Doesburgeragterveen en de Fliert’ gevormd.

Nat gebied
Het is een nat gebied, gevoed door de Lunterse-, de Veender- en de Fliertsebeek. Vroeger overstromen deze herhaaldelijk de landerijen, waarbij vruchtbaar slib wordt afgezet. Al in 1652 wordt de ‘Slaperdijk’ opgeworpen, omdat de Utrechtenaren de overstromingen beu zijn. De Fliert is gelegen tussen Ederveen en Lunteren en heeft als noordgrens de Luntersebeek; als oostgrens de Bruinehorsterweg; de Brinklanderweg als zuidgrens en de Slaperdijk als westgrens. Op een kadasterkaart uit 1832 staat De Fliert vermeld onder Lunteren.

Ontginning
Er hoort aardig wat grond bij de boerderijen van De Fliert. Deze percelen bestaan grotendeels uit moerassige heide met veel struiken. Op deze heide worden schapen gehouden; iedere boerderij heeft dan ook een schaapskooi, waarin de schapen ’s nachts verblijven en waar hun waardevolle mest wordt opgevangen. De akkers zijn meestal omzoomd door houtwallen. Ze dienen als grens met de buurman en als wildwal. Deze akkers, voornamelijk grasland, brengen niet veel op; erg veel beter dan heide is het niet. Het duurt tot het begin van de 20e eeuw voor alle woeste gronden ontgonnen zijn.

Landschaptypen
De Fliert kent twee landschapstypen: het hoevenlandschap en het slagenlandschap. Het overgrote deel is een hoevenlandschap, met grote brede kavels met vaak ronde perceelsgrenzen die als eerste werden ontgonnen. Het slagenlandschap kenmerkt zich door smalle rechte stroken, met sloten en greppels die het water snel kunnen afvoeren, zodat turf kan worden gestoken. Het gebied ten oosten van de Smoussteeg is het slagenlandschap, waar veel (zoals overal in Ederveen) turf wordt gestoken.

Boerderijen
Voor het ontstaan van De Fliert is het gebied verdeeld in De Nap, De Vliert en Swetseler. In 1650 telt De Nap twee boerderijen, rond 1800 staan er zeven. Alleen van boerderij De Nap is de naam van de bewoner bekend: Willem Hendriks. De Vliert bevat in 1650 zeven boerderijen, in 1830 zijn dat er tien. Het gebied Swetseler is na 1650 veranderd in Swetselaer of Swesellaar. In dat jaar zijn er vier boerderijen Zwetselaar: Groot Zwetselaar (veruit de oudste) en drie, vrijwel even grote boerderijen, genaamd Klein Zwetselaar, Zwetselaar op de Beek en Huis op Zwetselaar. Het zijn lang grote onverdeelde boerderijen gebleven met veel bouwland. Pas in de 19e en 20e eeuw worden de bedrijven telkens weer opgedeeld en ontstaan er kleinere boerderijen.

Belastingen
Zoals gebruikelijk wordt er door de verschillende gewesten belasting geheven. Onder andere de verponding waarvoor men elke 9e penning betaalt. Verder nog de speciën op het gemaal, hoorngeld, gesaai, geslacht en zout. Ook wordt er belasting geheven over de paarden, de personen en per boerderij. Daarnaast is er de belasting in natura, de zogenaamde tienden. De grootste boerderijen van De Fliert staan hun tienden af aan de heer van Zegweert, Willem Otten. Otten is eigenaar van de grootste boerderij van De Fliert en heeft deze tiend in pacht. Andere tienden zijn verschuldigd aan de Hertog van Gelre, die weer door ene Gerrit Jansen zijn gepacht.

Buurboek
Het buurboek van de buurt Doesburgerachterveen en De Fliert is bewaard gebleven en berust in het gemeentearchief van Ede. Het omvat gegevens vanaf het jaar 1790 tot de opheffing van de buurt in 1922. Hieruit blijkt dat er vrijwel jaarlijks een buurspraak is gehouden, waarop een buurmeester en een buurschrijver worden (ge/her)kozen. In het buurboek worden met name gegevens over erfpachten geregistreerd.

De Fliert nu
In 1650 staan er in De Fliert dertien boerderijen; in 1832 zijn dat er slechts zeven meer. Heden ten dage is dit aantal opgelopen tot ruim 70 woningen. Het zijn niet allemaal boerenbedrijven meer; boerderijen zijn verbouwd tot woningen en nieuwe bungalows zijn verrezen. Enkele boeren houden het nog vol op hun boerderij(tje), maar vaak is een bijbaan noodzakelijk om het hoofd boven water te houden.

Getoonde foto's:
GA12600 De Rootselaarshoeve, ca. 1950

 
Rubriek:Bevolking
Trefwoorden:Buurten
 
Gebruikte bronnen
Man, L. de en Heerdt, G. van, De Fliert deel I - Ederveen, 1990-2001https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25172748
Man, L. de, Ederveense geschiedenis deel II, - Ederveen, 1987https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25162319
Ver. Oud-Ede, Geschiedenis van Ede deel III, - Arnhem, 1980https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25184924
Archief Doesburgerachterveen en De Fliert nr.: 010https://hdl.handle.net/21.12142/GEB31484475
1001 Documentatieverzameling Gemeentearchief Ede, map 10.51https://hdl.handle.net/21.12142/GEB50495985
Man, L. de, Ederveense geschiedenis deel I, - Ederveen, 1987https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25162307
Man, L. de en Heerdt, G. van, De Fliert deel II, - Ederveen, 1990-2001https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25162319
Man, L. de en Heerdt, G. van, De Fliert deel III, - Ederveen, 1990-2001https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25172706
Man, L. de en Heerdt, G. van, De Fliert deel IV, - Ederveen, 1990-2001https://hdl.handle.net/21.12142/GEB25172719
 
Gerelateerde verhalen
De geschiedenis van Ederveen
Doesburgerbuurt
Tienden
Wildwal

Geschreven door Henk M. Klaassen op 2014


Locatie op kaart